• Joske en Ineke Schorning: gek op volleybal.
• Joske en Ineke Schorning: gek op volleybal. Foto: Jan Timmer

Moeder Ineke en dochter Joske: Dubbele liefde voor de bal

Sport

BERKENWOUDE • De één speelt op haar 58e beachvolleybal op tweede divisie niveau. De ander is 16 en speelt in Voleco 1. Het moge duidelijk zijn waar de passie ligt van moeder Ineke en dochter Joske Schorning.

“Bij de start van ieder seizoen zeggen mijn beachpartner Willy Velsink en ik tegen elkaar ‘dit wordt ons laatste jaar”, glimlacht Ineke Schorning terwijl ze aan de keukentafel van haar woning in Berkenwoude een mok koffie volschenkt. “Om daarna te constateren dat het eigenlijk veel te leuk is om er mee te stoppen. Natuurlijk, veel jonge tegenstandsters staan wel even te kijken als ze aan de overkant van het net twee vijftigers zien staan. Dat is best bijzonder, vinden wij ook. Maar het gaat ons prima af. Willy en ik hebben allebei ruim veertig jaar ervaring, vooral opgedaan als middenspeelster in het reguliere volleybal. We weten waar het balletje valt, hè. En we zijn goed ingespeeld op elkaar. Daarnaast weten we precies hoe we elkaar op moeten jutten tijdens een wedstrijd. De band is zo goed dat we alles tegen elkaar kunnen zeggen in het heetst van de strijd.”

Ineke Schorning kwam als tiener voor het eerst in aanraking met volleybal. “Ik ben opgegroeid in Rijswijk en werd lid van PVC Blokkeer. Ik keek er mij mogen uit. Het eerste team met de gebroeders Blangé en Joop Tinkhof was geweldig sterk.” Op haar 20e verkaste Ineke Schorning naar Kalinko en drong ze door tot het eerste team dat in de derde divisie uitkwam. “Ik leerde daar wat volleybal inhield”, zegt ze. “Vervolgens maakte ze de overstap naar eerstedivisionist Inter Rijswijk waar ze uiteindelijk tot haar 36e in het eerste team zou spelen. “Daarna vond ik het welletjes. Mijn man en ik kregen kinderen en ik stapte helemaal uit het volleybal.”

Rentree tussen de lijnen

Het gezin Schorning verhuisde naar Ouderkerk aan den IJssel. In haar nieuwe woonplaats raakte Ineke Schorning in contact met de VOY-volleybalasters Angelique Westgeest en Marja Geneugelijk. Zij enthousiasmeerden haar om een rentree te maken tussen de lijnen. “En zo kwam ik op mijn 43e terug, kort na mijn bevalling van onze dochter Joske”, glimlacht ze. “Ik vond het best spannend, want: kon ik het fysiek nog aan? In de praktijk bleek dat mee te vallen. Bovendien kwam ik in een leuk team terecht. Tot aan de fusie met VC Lekkerkerk speelde ik in het eerste team, daarna pendelde ik tussen Voleco 1 en 2. Daarna stapten Willy en ik over naar VC Libanon in Rotterdam. Daar hebben we nog een aantal seizoenen in de derde divisie en de Promotieklasse gespeeld, om vervolgens te switchen naar het ‘beachen’.”

Joske Schorning hoort de verhalen van haar moeder met een mengeling van interesse en respect aan. “Mede dankzij haar enthousiasme voor volleybal, kwam, ik ook in deze sport terecht”, weet ze. “Ik was 2,5 jaar toen ik in de ‘volleybalspeeltuin’ van VOY terecht kwam. Mijn broer en zus waren al eerder lid geworden. Waar zij er op een gegeven moment mee stopten, ging ik door. Als ‘mini van de week’ tijdens een wedstrijd van mijn moeder, droomde ik er vroeger al van over ooit in het eerste team te staan. Vorig jaar kreeg ik ineens de kans: ik mocht overstappen van Dames 2 naar Dames 1. Ik voelde me meteen thuis in het team, werd goed opgenomen. Inmiddels ben ik helemaal gewend. Het gaat lekker en draag ik als passer-loper mijn steentje bij. We staan momenteel vierde in de derde divisie. Jammer genoeg heeft de bond besloten dat er dit seizoen geen promotie of degradatie gaat plaatsvinden. Vanwege de coronaperikelen laat de speelkalender geen uitloop toe. Heeft ook te maken met de start medio april van de beachcompetities. Veel veldvolleybalsters doen daar aan mee, hè. Zelf vind ik ‘beachen’ ook leuk, maar toch gaat mijn  voorkeur uit naar ‘de zaal’.”

Zo moeder, zo dochter

Of moeder en dochter sporteigenschappen van elkaar herkennen? “Jazeker”, glimlacht Ineke Schorning. “Joske lijkt heel aardig en lief, maar eenmaal in het veld gaat ze door muren. Zo’n mentaliteit heb ik ook.” “Hoe meer druk en spanning er op een wedstrijd staat, des te leuker ik het vind”, zegt Joske. “Heerlijk is dat.” Ineke’s ogen vertonen een extra glinstering. Ze denkt er - nauwelijks verrassend - precies hetzelfde over. Zo moeder zo dochter.

Door Jan Timmer