• De toenmalige ingang van het Pontonniersterrein met de brug en links de wachtkeet, waar het gevecht begon.
• De toenmalige ingang van het Pontonniersterrein met de brug en links de wachtkeet, waar het gevecht begon. Foto: Regionaal Archief Dordrecht

Zeven doden door verkeerde interpretatie

Drama tijdens bevrijding

Een dramatische vergissing op de laatste dag van de Tweede Oorlog zorgde voor zeven doden aan Duitse zijde en diverse gewonden bij het verzet en de bezetters.

Duitsland capituleerde op vrijdag 4 mei 1945 om 18.30 uur.

De berichtgeving hiervan bereikte ook het Papendrechtse verzet. Zoals men kon beluisteren, op de nog weinig aanwezige radio's, zouden de gecapituleerde troepen op zaterdag 5 mei, om 's morgens acht uur, alle vijandelijkheden staken.
Direct nadat dit bericht in de ether kwam, ontstond er een dramatische vergissing bij het verzet in het dijkdorp. ’s Nachts om twee uur werden de verzetsstrijders, door commandant Jan van der Leij, uit hun bed getrommeld, om Papen-drecht te gaan ‘bevrijden’. Officieel had men nog geen recht van spreken, want de capitulatie zou pas later die dag ingaan. Dit werd dus een actie op ‘eigen houtje’.

Het verzet van Papendrecht was een onderdeel van de 8e Compagnie van de Binnenlandse Strijdkrachten (B.S.) dat viel onder de regio Dordrecht. De leden bestonden aanvankelijk uit de heren: Jan van der Leij ‘Lange Jan’ (commandant), Fred Roepert (ondercommandant), Jan Matena, Cees Korteland, Pleun Visser, Wim de Koning, Jan Machiel Bogers, Jan Vink, Jos de Baat en Jo Hardam.

Om vier uur in de ochtend verzamelden de BS’ers zich bij het Pontonniersterrein aan de Veerdam. Omdat hier Duitsers gelegerd waren om het terrein te bewaken, hoopte men wapens te vinden, waarbij men tevens de nog aanwezige Duitsers kon arresteren. Voordat het militaire terrein kon worden betreden, moest eerst een brug gepasseerd worden dat met een hek was afgesloten. Van der Leij gaf Roepert bevel om het slot kapot te schieten en het slot sprong open. De wachtkeet waarin mogelijk Duitsers konden zitten, werd omsingeld en iedereen nam een gevechtspositie in.

Van der Leij en Fred Roepert gingen naar de deur. Jan riep naar de Duitsers dat ze zich over moesten geven. Er kwam geen antwoord en Van de Leij gaf bevel, een korte salvo met de stengun op de keet af te vuren. Jan riep daarna opnieuw of zij tevoorschijn wilden komen. Dit werd weer geweigerd, waarbij één van de Duitsers een schot loste. Jan werd in zijn bovenbeen getroffen. Fred pakte Jan op en bracht hem zo snel mogelijk naar Dokter Rietveld op het Oude Veer. Daarna ging Fred door naar het pand Veerdam 24, waar ook Duitsers zouden zitten.
Ondertussen was de situatie bij de keet verder geëscaleerd. De Duitsers hadden instructie gekregen zich niet aan leden van het verzet over te geven. Jan Vink gooide vervolgens een handgranaat naar de keet, waarbij twee Duitsers in de keet sneuvelden. Jan Levisson die tijdens de actie ook bij de keet gearriveerd was, raakte door de granaatsplinters gewond aan zijn arm en oog, en moest ook afgevoerd worden naar de dokter.

Plots kwam er met grote snelheid een Duitse patrouilleboot de Pontonniershaven ingevaren. Roepert zag dat en schoot de twee Duitsers die zich op het dek bevonden dood en verwondde een derde. Evengoed wist de boot toch weer naar Dordt te ontkomen. Hierna richtte men zich met alle beschikbare manschappen op het pand aan de Veerdam. De hier aanwezige Duitsers werden gesommeerd naar buiten te komen. 

Twintig burgers werden uit hun huizen gehaald en tegen de muur gezet

Dit gebeurde niet, waarna tot de aanval werd overgegaan. De deur werd ingetrapt en er werd hevig geschoten. Toen er een Duitser, genaamd ‘Lange Hein’ uit de kelder kroop, nam Fred hem onder vuur. De Duitser werd geraakt en strompelde naar buiten. Aan de achterzijde van het pand werd hij nogmaals beschoten door Pleun Visser. De zwaar gewonde man strompelde naar de tuin van de familie Viveen. Hij heeft nog even geleefd en smeekte om water. Maar niemand durfde er naartoe te gaan.

Onverwacht arriveerden er om acht uur twee grote vrachtauto’s met zo’n vijftig SS’ers. Vanuit de brandweertoren werd op hen het vuur geopend. Twee SS’ers sneuvelden hierbij. Door de ongelijke strijd die nu ontstond, moesten de BS’ers zich terugtrekken. 

Twee verzetslieden en een burger, werden gevangengenomen en afgevoerd. Bovendien werden nog eens twintig burgers uit hun huizen gehaald en weggeleid naar het pand van slager Pullen op het oude Veer en daar tegen de muur gezet. Een politieagent kreeg opdracht om burgemeester Van Rees te halen. Deze bemiddelde met succes, want iedereen werd om halfelf vrijgelaten. In de nacht van 7 op 8 mei begon de wettige actie van de B.S. en kon met de arrestatie van de NSB’ers begonnen worden.