• De kassen van Jonker aan de Oost Kinderdijk.
• De kassen van Jonker aan de Oost Kinderdijk. Foto: Geurt Mouthaan

Raad besluit na brief projectontwikkelaar toch over bouwplannen Oost Kinderdijk-Pijlstoep

Algemeen

ALBLASSERDAM • Na een brief van de projectontwikkelaar besluit de Alblasserdamse raad dinsdag 22 maart in een extra vergadering over woningbouwproject Oost Kinderdijk-Pijlstoep.

Het lukte wethouder Arjan Kraijo in de afgelopen maanden niet om de meerderheid van de gemeenteraad achter het voorstel rond de woningbouwplannen aan de Oost Kinderdijk 139-145 (Wooncentrum Baas), Oost Kinderdijk 187a (kassen Jonker) en Pijlstoep 31 (voormalige wasserette) te krijgen. Breekpunt was daarbij de vervanging van de kassen door nieuwe huizen. 

De projectontwikkelaar, Bogor Projectontwikkeling uit Gorinchem, stelde het gemeentebestuur op 9 maart per aangetekende brief in gebreke. ‘U wil de besluitvorming, zoals dat heet, over de verkiezingen heen tillen. Concreet betekent dit, dat op zijn vroegst op 19 april (de eerste vergadering na de installatie van de gemeenteraad) een besluit kan worden genomen.’

Extra vertraging
De projectontwikkelaar wijst in de brief onder meer op het feit dat de raad binnen twaalf weken na het einde van de terinzagelegging van een ontwerpbestemmingsplan een besluit moet nemen over de vaststelling van dat plan. Hierbij ging dit om 25 februari 2021 tot en met 8 april 2021. ‘De termijn om een besluit te noem is verstreken op 1 juli 2021. De beslistermijn is dus al zo’n half jaar geleden verstreken. (..) Complicerend in het proces was dat de gemeente had verzuimd het wettelijk vooroverleg met de provincie tijdig te te voeren. (..) Dit alles heeft tot extra vertraging geleid.’

Het Alblasserdamse gemeentebestuur kreeg, voordat de projectontwikkelaar naar de Raad van State stapt, de wettelijke termijn van twee weken om alsnog een besluit te nemen. Wethouder Arjan Kraijo laat in een raadsinformatiebrief weten die kans te grijpen. De raadsleden komen dinsdag bij elkaar. 

Ongewijzigd
Opvallend daarbij is het voorstel dat tijdens de raadsvergadering van 22 februari door de meerderheid van de raad teruggestuurd werd naar de tekentafel, ongewijzigd weer op tafel komt. De wethouder maakt de partijen in het schrijven duidelijk dat er in de jaren dat dit dossier al besproken wordt er voldoende momenten zijn geweest voor de politici om bij te sturen.

’De raad is juist ook in het begin van dit proces in de positie geweest om uitspraken te doen over de wenselijkheid van de ontwikkelingen en om eventuele kaders vooraf mee te geven. De raad heeft daar in meerderheid geen gebruik van gemaakt. (..) De raad heeft zelfs de uitzonderlijke positie gekregen om nog voordat er een principeverzoek werd behandeld kennis te nemen van en uitspraken te doen over de gewenste richting van de planontwikkeling. De raad heeft verder vooral lovende woorden gesproken over de richting van dit project. Er kan dan ook geconcludeerd worden dat de projectontwikkelaar en het college ervan uit mochten gaan in lijn van de wens van de meerderheid van de raad te handelen bij de uitwerking van deze plannen.’

Houtstook
Wel gaat de wethouder in op kritiekpunten die tijdens de laatste raadsvergadering werden ingebracht. Zo bericht hij over de houtstook: ‘Inzake de bezwaren tegen het maken van rookkanalen is door de ontwikkelaar toegezegd deze middels een kettingbeding onmogelijk te maken.’ En wat betreft het betrekken van de raad en omwonenden bij de planvorming: ‘Er kan niet gesteld worden dat dit plan onder stoom en kokend water tot stand is gekomen.’

Gezien het verzet van omwonenden verwacht wethouder Kraijo wel dat er een rechtsgang zal volgen als de gemeenteraad alsnog groen licht. ‘De kans is aanwezig dat één van de indieners van de zienswijzen naar de Raad van State zal stappen. De kans dat de rechter het besluit dan zal vernietigen achten wij klein.’

Raad van State
Daar tegenover stelt hij dat de ontwikkelaar bij een nee van de raad zeker de gang naar de Raad van State zal maken. ‘Op basis van onder meer alle achterliggende stukken die het plan onderbouwen is het zeer aannemelijk dat de bestuursrechter een negatief besluit van de raad zal vernietigen en dat vervolgens een civiele rechter het besluit als onrechtmatige daad zal bestempelen. De kans is daarnaast erg groot dat de gemeente minimaal de proceskosten zal moeten betalen.’