Wat een contrast

In Het Kontakt van 14 juli trof mij in één oogopslag het dilemma waarin we met elkaar zitten. Op pagina 20 een grote advertentie van een buurtsuper. Die biedt achttien scharreleieren aan voor nog geen 2 euro. En één kilo gehakt voor nog geen 5 euro. Op de tegenoverliggende pagina 21 het artikel 'Hoop en zorg bij bioboeren'. Daar zit je dan als consument tussenin.

In het boek 'Past het dier nog op ons bord' legt wetenschapper Imke de Boer uit welke bijdrage de intensieve veehouderij heeft op het klimaat en op de biodiversiteit. Op een heldere en toegankelijke manier. 

Maar je hoeft geen wetenschapper te zijn om zelf te snappen dat vlees en eieren niet zo goedkoop kunnen zijn als je de prijs van natuurschade zou meerekenen en rekening zou houden met dierenwelzijn. 

Vlees en andere dierproducten hoeven niet helemaal uit ons menu te worden geschrapt, maar het kan wel minder en respectvoller voor het dier. Wie in de polder fietst, zal zien hoe weinig schaduwplekken er zijn. 

Zelf zoeken we de parasol op of een boom om uit de hitte te blijven. Dieren hebben die luxe niet. De bomen langs de sloten zijn verdwenen. Waarom is dat? Omdat een liter melk goedkoper moet zijn dan een liter cola?

Ik denk dat boeren best willen omschakelen naar een natuurverstandige landbouw, maar dat wij als consumenten ook een draai moeten maken. Bereid moeten zijn om een eerlijke prijs te betalen voor ons eten. Niet alleen eerlijk in prijs, maar ook in keuzes. Dus ook kromme komkommers en appels met een vlekje. Geen boontjes in december en niet alleen de magere stukjes vlees. 

Je kunt ook naar de landwinkel fietsen voor kaas, vlees of groente. Je betaalt soms iets meer, maar je krijgt er meer smaak voor terug. En die hele keten tussen stal, akker of boomgaard en het schap in de supermarkt schakel je ermee uit. Daar zit namelijk veel macht. Die kunnen we beter zelf gebruiken om, samen met de boeren, de natuur weer een kans te geven. 

Mogen we dan niet meer naar de supermarkt? Jawel hoor. We moeten de plaatselijke winkels in onze polder blijven steunen. Die zorgen ook voor werk en voor leefbaarheid. Maar laten we alsjeblieft blijven nadenken. Kraanwater is om te drinken. Flessen water met een smaakje uit de fabriek zijn flauwekul. Een scharrelei voor 11 cent en een bal gehakt voor pakweg 35 cent? Te gek voor woorden.

Catharien Bot, Arkel