Graag gedaan

We trakteerden de leerlingen die dag in de grote pauze op een ijsje. We, dat waren mevrouw van Leeuwen en ik. Die dag, dat was donderdag 13 oktober. Op die dag volgde mevrouw Van Leeuwen me op als directeur van Het Heerenlanden. Ik zwaaide af, zij trad aan – ook als columnist voor het Kontakt, trouwens, u leest me vandaag voor de laatste keer.

Eén kar stond buiten op het plein, één kar stond binnen. Zodra de pauze begon, was het onmiddellijk druk bij beide karren. Heel druk. De dames die de ijsjes schepten bleven bewonderenswaardig kalm en de leerlingen eigenlijk ook wel, maar het was wel dringen geblazen. Voordringen soms, dat ook. Het lukte maar net om alle 715 leerlingen in die ene pauze een ijsje te geven, of eigenlijk lukte dat net niet: toen de pauze voorbij was, stonden er nog steeds groepjes bij beide karren. Ik gok dat er ook wel een paar leerlingen bij zaten die aan hun tweede ijsje (of derde?) wilden beginnen.

Ik zag hem staan, een beetje opzij, bij de ijsco-kar buiten. Die ene leerling die ik wel een beetje kende. Altijd het liefst op zichzelf, zich bij voorkeur verre houdend van gedruis en gedoe. Natuurlijk had hij zich ook deze keer niet in het gedrang begeven, hoe aanlokkelijk zo’n ijsje ook was. Zelfs nu nog stond hij te wachten tot alle anderen aan de beurt waren geweest. Maar hij rook ook onraad: “Meneer, is de bel al gegaan?” vroeg hij. Dat was zo, knikte ik. Met spijt op zijn gezicht wilde hij zich al omkeren om de school in te gaan, want hij deed ook altijd alles graag volgens de regels. “Maar jij mag nog wel even een ijsje halen, hoor”, zei ik. “Vandaag mag dat.” Verheugd bleef hij staan, maar nog steeds op enige afstand van de kar, nog steeds van plan niemand in de weg te lopen. Twijfelend of hij toch niet vast naar de les….Ik haalde hem naar me toe, vroeg om een ijsje, gaf het hem, over de hoofden van de andere leerlingen heen. Met de ijsco in zijn hand en een grote smile op zijn gezicht liep hij naar de voordeur, maar voor hij daar was, draaide hij zich nog even om.

“Dank u wel, meneer”, klonk het. En ik zei, geheel naar waarheid, “Graag gedaan.”

Geven is minstens zo leuk als ontvangen!