• Van der Greef in actie.
• Van der Greef in actie. Foto: Geja Bergholtz

De droom van kleiduivenschieter Jan-Cor van der Greef uit Vianen: de Olympische Spelen in 2024

Algemeen

VIANEN • Jan-Cor van der Greef uit Vianen werd vorige week maandag in het zonnetje gezet bij de gemeente Vijfheerenlanden. Oorzaak? Zijn 21ste(!) nationale titel Olympisch Skeet, een vorm van kleiduivenschieten. Bij de Spelen van 2004 in Athene (hij werd 34ste) vertegenwoordigde van der Greef Nederland al eens. Iets wat hij 20 jaar later graag zou willen herhalen in Parijs. 

“Dat zou prachtig zijn”, droom de hoofdrolspeler zelf hardop. “Destijds was ik 19 en heb ik het op een hele andere manier beleefd. Ter voorbereiding op de Spelen ging ik destijds met de ervaren schutter Hennie Dompeling naar Cyprus, waar we ons voorbereidden op de Spelen.”

“Daardoor waren we niet bij de openingsceremonie. Ik heb daar eigenlijk altijd spijt van gehad en heb me voorgenomen om nu wel bij de opening te zijn. Tenzij mijn wedstrijd meteen de dag erna op het programma staat natuurlijk.”

De vorm van kleiduivenschieten waarop Van der Greef zich heeft gespecialiseerd heet ‘Olympisch Skeet’. Bij deze vorm schiet men in totaal 125 keer vanaf acht verschillende posities. De kleiduiven komen vanuit een hoog huis (links) of een laag huis (rechts). Het feit dat de schutter vanaf verschillende afstanden schiet en bovendien rekening moet houden met de omstandigheden, maakt het tot zo’n moeilijke sport. 

Mentaal spelletje
“Bovendien is het een ontzettend mentaal spelletje”, legt Van der Greef uit. “Je bent eigenlijk continu aan het denken. Op wedstrijden als het EK of WK mag je in totaal maar twee of drie keer missen. Als je al vroeg mist, moet je ervoor zorgen dat je in je hoofd rustig blijft. Ik heb daarom ook een sportpsycholoog in de arm genomen. Of tenminste, ik werkte al langer met psychologen, maar ik heb nu een nieuwe. Dat is wel wennen, want zijn uitgangspunt is anders dan ik gewend ben.”

“Waar ik voorheen negatieve dingen moest ombuigen, wordt me nu vooral geleerd om enkel met het volgende schot bezig te zijn. Doordat het nieuw is ben ik nu juist nog veel aan het nadenken, maar het moet goedkomen. Ik haal nu een redelijk basisniveau, maar ik heb nog niet gepiekt. Hopelijk komt dat tijdens het volgende EK en WK, want daarop zijn startbewijzen voor de Spelen te verdienen.”

Niet goed genoeg
Maar waarom is het Van der Greef niet eerder gelukt om voor de tweede keer te schitteren op het hoogste podium wat er voor een sporter denkbaar is? “Dat heeft verschillende oorzaken”, verduidelijkt hij.

“Maar uiteindelijk moet ik ook eerlijk zeggen dat ik voor Beijing (2008) en Londen (2012) gewoon niet goed genoeg was. Ik heb van 2010 tot 2012 doordeweeks in Emmen gewoond, waar de bondstrainingen ook werden gegeven, maar vanwege onder andere de dubbele woonlasten was dat geen optie meer voor mijn vriendin en mij.”

“Vervolgens ben ik niet meer via de bond gaan schieten, maar op persoonlijke titel. Er zijn dan wel mogelijkheden om je te kwalificeren, maar je maakt het er voor jezelf niet makkelijker op, heb ik ondervonden. De laatste jaren heb ik weinig getraind en voornamelijk wedstrijden geschoten. Op die wedstrijden presteerde ik dan nog altijd uitstekend. Maar nu ik weer besloten heb graag naar de Spelen te willen, is de knop omgegaan en train ik weer twee à drie keer per week in Emmen.”

‘Ik word kampioen’
Jan-Cor van der Greef wist al vroeg dat hij kampioen wilde worden binnen de sport. Zijn opa en vader hielden beide van jagen en zodoende kreeg hij het schieten met de paplepel ingegoten.

Van der Greef: “Op mijn twaalfde mocht ik voor het eerst schieten van mijn vader, maar ik moest van hem in eerste instantie wachten met lid worden van een vereniging tot ik wat groter was. Dan zou ik namelijk minder last hebben van de terugslag. Toen het eenmaal mocht heb ik een brief gestuurd naar schietvereniging De Snip in Lopik. Daarin heb ik letterlijk gezegd dat ik ‘van plan was om kampioen te worden.’ Ik werd uitgenodigd voor een proefles en schoot direct zeven van de tien kleiduiven raak. Daarna mocht ik meteen lid worden.”

Wat volgde was dus een lange carrière binnen de sport die nog altijd voortduurt. Met nog één grote droom: schitteren op de Olympische Spelen in Parijs in 2024.