Een compliment

De docent scheikunde kwam het me met glinsterende ogen vertellen. Ze had groep 7 van de Juliana basisschool weer langs gehad – om de 4 of 5 weken komen ze naar Het Heerenlanden voor een les techniek of wetenschap. Er stond een vrij ingewikkeld proefje op het programma. Je hebt een onbekend poeder voor je, en je moet onderzoeken wat voor stof het is. “Maar dan niet door te proeven. Dat mag in het scheikundelokaal nooit!”

De onbekende stof was amylose, amylopectine, sacharose of natriumcarbonaat. Je kan ook zetmeel, of soda, of tafelsuiker zeggen, maar ja, het is wel scheikunde, het moet natuurlijk wel gewichtig klinken. Groep 7 moest de stoffen in een aantal vloeistoffen oplossen en wat er dan gebeurde, met elkaar vergelijken. De club was enthousiast aan de slag gegaan. “Ze waren erg druk met zijn allen, maar ik liet het maar een beetje, ze deden zo hun best. Eén jongen viel wel erg op, die was echt niet te stuiten. Lieve help, dacht ik nog, daar zal je maar elke dag les aan moeten geven! Pas na een tijdje werd hij iets rustiger. Je kon wel zien dat hij de opdracht toch zo goed mogelijk wilde doen.”

Onze scheikunde-docent liep door de klas, gaf hier en daar aanwijzingen. Bij het groepje van de druktemaker gaf ze een compliment: “Goed bezig, jongens!” Het jongetje keek verbaasd naar haar op. Dat hoorde hij nooit, zei hij. “Oh nee? Maar jullie zijn echt goed bezig hoor. Vind je zelf ook niet?” Het jongetje dacht even na, en vertelde dat ze meestal tegen hem zeiden dat hij te druk was, en te brutaal. Daar kon mijn collega wel inkomen, dat had ze ook wel gemerkt. “Maar nu ben je al 10 minuten zo goed aan het werk!”

Met die glinsterende ogen zei ze tegen me: “Hij kon het nauwelijks geloven. Een compliment! Daarna zag je hem nog beter zijn best doen. Ik heb hem de rest van de tijd niet meer gehoord. En toen we aan het eind van de les bespraken welke stof het nu eigenlijk was, moest hij het verlossende woord spreken. Zijn tong struikelde, maar zijn trotse antwoord was helemaal goed: amylopectine.” Terwijl ze weg liep, zei ze: “Daarom is het zo mooi om in het onderwijs te werken. Vanwege zo’n jongetje.”

Arno van Staalduine
Het Heerenlanden