Samen

Ik was donderdagmiddag bij een begrafenis. De vader van een collega werd begraven. Ik ging achterin zitten, het orgel speelde zachtjes. De mobiel ging op stil, de liturgie werd doorgebladerd, de gedachten gingen langzaam in tempo omlaag. Het contrast met de drukke werkdag waar ik voor een paar uur uit was gestapt, was groot. Alsof je na een tocht over ruwe zee aanmeert op een eiland waar vrijwel niemand woont. Er kwamen herinneringen boven aan andere begrafenissen waar ik als schooldirecteur bij was. Soms bij collega’s of oud-collega’s, soms bij ouders van leerlingen. En ja, tot mijn verdriet was ik ook wel eens bij een begrafenis van een leerling. In Leerdam is dat niet voorgekomen, maar op mijn vorige school wel. Een jongen uit havo3 was bij zijn zaterdagbaantje verongelukt. Zomaar opeens in de achternamiddag.
Bij de begrafenis doe je dan vooral je best er te zijn voor zijn klasgenoten. Velen van hen hebben nog nooit een begrafenis meegemaakt. Je stelt gerust, je vertelt dat het er vooral om gaat dat ze er zijn, dat mensen als ze groot verdriet hebben, elkaar moeten vasthouden, samen moeten zijn. Want dat troost.
Dat het zo werkte, dat werd hen vooral na afloop van de begrafenis duidelijk, denk ik. De klas had een geweldige mentor, nuchter en meevoelend, en ze had bedacht dat er een ritueel nodig was dat de leerlingen wél begrepen. De overleden klasgenoot stond bekend als een groot liefhebber van Dorito’s sweet chilli pepper en van cola-light. Toen we terugkeerden van de begraafplaats, liep de mentor naar haar auto en opende de kofferbak. Ze was naar de supermarkt geweest. Elke leerling werd voorzien. Daar zaten ze allemaal. Plechtig chips te eten en toostend met hun cola. Eerst nog wat stilletjes, maar al gauw werd dat anders. En reken maar: hun klasgenoot was erbij.
Zo voelden we ons ook als volwassenen met elkaar verbonden, tijdens die dienst, vorige week donderdag in Rehoboth. Toen de ene dochter, mijn collega, haar vader eerde met indrukwekkende, liefdevolle herinneringen, die ons allemaal raakten. En toen de andere dochter een gedicht voorlas. Toen we in de regen over de begraafplaats liepen, toen we na afloop een kop koffie dronken. Een lekkere koek erbij. We waren samen, en dat hielp.

Arno van Staalduine
Het Heerenlanden