• Molenaar van Steenis bij de molensteen die gerestaureerd gaat worden.
• Molenaar van Steenis bij de molensteen die gerestaureerd gaat worden. Foto: Cees Hoogteyling

Van Steenis was een van de eerste gediplomeerden

deil • Deze maand is het vijftig jaar geleden dat Cini van Steenis, nu de molenaar van de bekendste molen in Nederland, De Vlinder in Deil, gediplomeerd molenaar werd.

Om de ondergang van de molens in Nederland te voorkomen, moesten er molenaars komen. Een groep molenliefhebbers in Gelderland kwam op het idee een vriendenclub op te richten. Onder de naam ‘Vrienden van de Gelderse molen’, werd er een opleiding voor molenaars gestart. Van Steenis woonde toen in de watermolen van Geldermalsen.

Molens

In de jaren vijftig waren de molens in verval. Meel maalderijen hadden de functie van het malen overgenomen. Niet alleen Cini van Steenis viert een beetje feest, ook het molenaarsgilde bestaat 50 jaar. Volgens Van Steenis is Gelderland de aanjager geweest. Van de 10.000 molens die ons land rijk was zijn er nu nog een duizend over.

Er was voor molenaars geen droge snee brood meer te verdienen in het malen van koren, ook stonden de watermolens weg te kwijnen. Cini van Steenis, heeft een technische opleiding en werkte bij de NS, wilde graag trouwen. 

“Ook toen in de jaren zestig lagen de woningen niet voor het opscheppen. Wij hadden het geluk de watermolen in Geldermalsen te kunnen huren. Het was gewoon een bouwval. Het polderdistrict de Tielerwaard, zorgde dat de molen waterdicht werd gemaakt. Door er zelf veel aan te doen, hebben we er tweeëndertig jaar met plezier gewoond. Zo is de liefde voor de molens ontstaan. Door aandrang van een provinciale molendeskundige ben ik een molenaarscursus gaan volgen. Dat gebeurde op de molen van Waardenburg.”
Nu is van Steenis alweer 19 jaar molenaar op de Korenmolen de Vlinder in Deil. Tussendoor is hij een aantal jaren gastmolenaar geweest op de Korenmolen Het Fortuin in het Arnhemse openluchtmuseum.

Waarom ‘De Vlinder’

'De Vlinder is wit geworden om heimwee naar Zeeland te verzachten'

De witte korenmolen De Vlinder in Deil, wie kent die molen niet, heeft een rijke geschiedenis. Molenaar Cini van Steenis kent als geen ander het levensverhaal van deze schitterende molen aan de Appeldijk. Voor de fotografen is het een geweldig project, televisieopnames worden er gemaakt. Leerlingen worden rondgeleid en krijgen er educatieve lessen over de werking van de molen. Van Steenis is naast molenaar ook een goede verteller.

De geschiedenis is boeiend

Van Steenis over De Vlinder: “Vroeger ontstond er in de kap van de molens vaak brand. Vastgelopen onderdelen waren daar de oorzaak van. Deze molen is de derde die op deze plaats is gebouwd. De twee voorgangers zijn afgebrand.”
De molenaar vertelt dat dit gebeurde in 1912 en in 1931. De molen die er nu staat is weer opgebouwd met onderdelen van een molen uit Heukelum. De naam van de twee voorgangers was ‘De Haas’. In de vorige eeuw waren de mensen nog tamelijk bijgelovig. Daarom werd de derde molen, gezien de geschiedenis van zijn voorgangers niet ‘De Haas‘, maar ‘De Vlinder’ genoemd.

Waarom een witte molen?

Van Steenis: “De toenmalige molenaar was getrouwd met een schoonheid uit Zeeland, daar zijn de molens niet zo grijs als in andere provincies van het land. De lieve vrouw kreeg heimwee en de molenaar wilde voor goud dat ze terug zou gaan naar Zeeland. Daarom besloot hij de molen wit te laten schilderen. Niet wetende dat de molen door zijn frisse kleur, landelijke bekendheid zou gekregen. Ik weet niet of de heimwee is overgegaan en de molenaarsvrouw hier is gebleven.”

Weer malen

Op dit moment is de molen niet geschikt om te malen. De molenstenen moeten worden gerestaureerd. Van Steenis: "De molenstenen gaan gerestaureerd worden. Dat wordt mogelijk gemaakt door een sponsor in Deil. Het is altijd een wens geweest, dat mijn opvolger de molen weer kan gebruiken om te malen. Molenmaker van de Wal uit Alblasserdam zal deze restauratie gaan uitvoeren. Het werk is begonnen. Dit is toch mooi als je de bezoekers mag ontvangen op een molen die mooi is en nog werkt ook.”

Cini van Steenis denkt nog niet aan ophouden en hoopt nog veel bezoekers te mogen ontvangen.