75 belangstellenden bezochten de lezing 120 jaar Oudheidkamer Tiel in het Regionaal Archief.
75 belangstellenden bezochten de lezing 120 jaar Oudheidkamer Tiel in het Regionaal Archief. Foto: Jan Bouwhuis

Oudheidkamer geen elitair clubje meer

tiel • Eerder dit jaar bestond de Tielse Oudheidkamer 120 jaar. De leden kregen eerder al een jubileumboek, waar een stadwandeling voor iedereen langs borden met historische afbeeldingen bij hoort. 

De oudheidkamer organiseerde op 21 oktober een lezing over het jubileum. Tiel-kenner en historicus Emile Smit vertelde in vogelvlucht over de afgelopen 120 jaar. De Oudheidkamer is opgericht op 13 mei 1901 door aantal vooraanstaande heren uit Tiel en omgeving, zoals de heer J.H. Heuff Azn. Tiel kent hem nog van zijn pseudoniem ‘Huf van Buren’. Nabij de bibliotheek is een straat naar hem genoemd. Een andere oprichter was de heer G.J. Brinkman, dé pionier in de amateur-archeologie in onze regio. Een krantenknipsel van 14 mei 1901 toont de oprichting, onder koninklijke goedkeuring van Wilhelmina.

Museum

De vereniging hield zich in de jaren voor de Tweede Wereldoorlog hoofdzakelijk bezig met het verzamelen van bijzondere stukken uit de omgeving om te laten zien wat voor mooie dingen Tiel had. Hun eerste ‘museum’ was in de Sint Walburgstraat. Na vier jaar verhuisden zij naar de Westluidensestraat, waar zij tot 1929 bleven. Daarna gingen zij naar de Grote Sociëteit. In 1942 werd de Oudheidkamer op bevel van de Duitsers verplicht opgeheven. Burgemeester Cambier van Nooten was echter lid en zorgde ervoor dat de collectie ondergebracht werd in de voormalige raadszaal van het oude Stadhuis.

Fosforgranaten 

Gelukkig zijn er nog enkele foto's van de collectie en gebouwen van voor 1945. Tijdens de laatste gewelddadige oorlogsmaanden is namelijk het volledige bezit van de Oudheidkamer verloren gegaan. Tiel lag immers vanaf september 1944 aan de frontlinie, er werd geschoten met fosforgranaten en de Oudheidkamer ontkwam niet aan een grote brand,. Niets van de vooroorlogse collectie werd gered, hoewel, saillant detail: het archief van de in Tiel geboren Generaal Chassé was ruim voor de oorlog door de gemeente in bruikleen gegeven aan de Oudheidkamer. Zij wilden het in 1942 weer terug hebben en borgen dit toen veilig op in hun kluis

Heroprichting .

Halverwege de jaren '50 was er pas weer een nieuw bestuur, echter wel met een andere koers . Men vond de collectie van voor de oorlog namelijk eigenlijk maar een ‘rariteitenkabinet'. Hun idee was dat er wel weer een echte collectie moest komen maar de oudheidkamer moest vooral ook een actieve vereniging worden, met exposities, lezingen en excursies. De ‘nieuwe' Oudheidkamer gebruikte 15 jaar het gebouw van de voormalige Tielse bibliotheek aan de Kloosterstraat. In 1977 verhuisden ze terug naar de Grote Sociëteit. 

Historische vereniging 

Met schenkingen en enkele erfenissen ondersteunt de vereniging allerlei historische werken. Sinds 1991 geven zij ieder lustrum een herdenkingsboek uit en sinds het 100 jarig bestaan ook erepenningen voor leden van verdienste. Terecht stelde spreker Emile Smit dat de Oudheidkamer inmiddels uitgegroeid is van een verzamelclub naar een echte historische vereniging, met bijeenkomsten als een jaarvergadering, grote en kleine excursies en een nieuwjaarsreceptie. Ook tijdens corona zat de vereniging niet stil en zij zagen afgelopen jaar zelfs hun ledental groeien met 72 nieuwe leden! Zij kregen veel bekendheid en goodwill door de ontzettend leuke actie met het Jumbo Plaatsjesboek eerder dit jaar.

De Tielse Oudheidkamer is al lang geen elitair clubje meer. Vooral ook jongeren worden van harte uitgenodigd lid te worden. Voor het komende jaar staat weer een gevarieerd aantal activiteiten op het programma en natuurlijk is er een volgend lustrum, in 2026. Op naar de 125 jaar dus!

Marjon de Lange