Bloemetjes

Het Dokter M. van Drielplein in het centrum van Ochten moet zo ongeveer het kaalste plein van ons land zijn. Er staat niets. Geen boom, geen bank, geen bloembak, geen terras. Een sfeerloos parkeerterrein, omgeven door vormeloze architectuur, die elk kind met een beginnersdoos Lego zou kunnen verbeteren. De Ochtenaren klagen er al jaren over, zo lees ik in de krant. En terecht. De gemeente Neder-Betuwe presenteert zich als het laanboomcentrum van Europa en dan dit. Aan de ene kant een grote groene broek aantrekken en aan de andere kant van je dorpsplein  een grauwe steenmassa. maken. Er zijn toch wel een paar boomkwekers te vinden die begaan zijn met hun dorp en er in hun vrije tijd een stelletje leiplatanen willen neerzetten? Als de gemeente het laat afweten, moeten vrijwilligers het maar doen.

In Tiel gaat het ook zo. Daar hebben meer dan honderd vrijwilligers het saaie rechttoe-rechtaan-park bij cultureel centrum Zinder omgetoverd tot een oogverblindend fraaie vlindertuin.

Vorige week ben ik er maar weer eens naar toe gewandeld. Ik zet dan een zonnebril op om onderweg zo weinig mogelijk van het verwaarloosde openbare groen te zien, waar zoveel Tielenaren zich geel en groen aan ergeren. In de tuin dartelen nu al meer dan vijftien soorten vlinders rond tussen de bonte pracht van bloemen en planten. Verrast door zoveel moois ging ik op een muurtje zitten om rustig te genieten. Na het rondje tuin bestelde ik bij de aangrenzende ijssalon een hoorntje met twee bollen, een gele en een roze, geheel passend bij de vlinderpracht. Op het terras van de zaak waren bijna alle stoelen bezet door ijseters, likkend of met lepeltjes.

Prachtig uitzicht daar op de vlindertuin.  Een smikkelde vrouw aan een tafeltje naast mij vertelde me dat ze geprobeerd had een paar vlinders in de tuin van dichtbij te fotograferen. Het was niet gelukt. De fladderaars waren haar steeds te snel af. Nu zat ze met haar mobieltje in de aanslag voor het vaasje met bloemetjes op haar tafeltje. Wie weet zou daar wel een vlinder op neerstrijken. En misschien zou die even blijven zitten…en dan, pats, op de foto. U kunt lang wachten, zei ik zo beleefd mogelijk. Ze keek me vragend aan. Hoezo? Die bloemetjes zijn van plastic, onthulde ik.

Zuchtend en met nog een achtergebleven kloddertje ijs op haar kin liet ze het mobieltje moedeloos in haar tas glijden.

(reageren: jbeijer@upcmail.nl)