• Paul Mazer (midden) tussen één van zijn mede-cliënten (links) en een buurman van Zero&Sano die zijn schuur beschikbaar heeft gesteld voor allerhande klussen.
• Paul Mazer (midden) tussen één van zijn mede-cliënten (links) en een buurman van Zero&Sano die zijn schuur beschikbaar heeft gesteld voor allerhande klussen. Foto: Floris Bakker

Paul Mazer vecht in safehouse tegen drankverslaving

‘We helpen elkaar, dat zorgt voor verbondenheid’

Paul Mazer (48) verblijft al bijna een jaar in het safehouse van Zero&Sano in Krimpen aan den IJssel. Daar is hij elke dag bezig om zijn alcoholverslaving onder controle te krijgen. 

Hij zit nu in zijn negende maand van het traject dat een jaar duurt. Toch denkt -ie eraan om verlenging aan te vragen. “Ik wil het einde van mijn verblijf hier in het safehouse graag over de kerst heen tillen. Na 35 jaar verslaafd te zijn geweest aan drank weet ik inmiddels wel wat de valkuilen zijn.” 

Mazer kwam in het safehouse terecht na zijn behandeling in een verslavingskliniek. Voor hem blijkt het een ideale tussenstap naar een ‘normaal’ leven. “Als je uit een kliniek komt ben je weliswaar clean, maar heb je nog te dealen met allerlei andere problemen. De kans op terugval is levensgroot. Dus ben ik blij dat ik hier terecht kon zodat ik me in alle rust kan voorbereiden op een terugkeer naar de maatschappij.”

Als kind was Mazer een echt Haags boefje. “School was niks voor mij, dus deed ik allerlei klusjes om aan geld te komen.” Hij bleek over twee rechterhanden te beschikken en begon zich op zijn 21e als klusjesman te verhuren. Al snel was hij zeven dagen per week aan het werk. Ter ontspanning pakte hij na werktijd wel eens een biertje. Vaak bleef het niet beperkt tot één flesje. Hij bleek gevoelig voor het ontwikkelen van een verslaving. “Waar iedereen op een gegeven moment stopt, ga ik net dat stapje verder.” Een oorzaak is moeilijk te geven. “Het heeft met meerdere factoren te maken, maar ik denk dat het overlijden van mijn moeder wel een rol heeft gespeeld.” 

Door zijn alcoholverslaving raakte Mazer zowel wat werk als privé betreft in grote problemen. Op aandringen van familie en vrienden besloot hij zich vijf jaar geleden te laten behandelen in een afkickkliniek. Toch lukte het hem niet om zijn verslaving onder controle te krijgen. Eenmaal buiten liep zijn drankverslaving al weer snel uit de hand. “Ik zat zo diep dat het de vraag was of ik het wel zou overleven.” 

Na zijn tweede opname is Mazer ervan overtuigd dat het nu wel lukt om van de drank af te blijven. “De eerste keer was het mijn omgeving die graag wilde dat ik me liet behandelen. Ikzelf zag het probleem niet zo. Nu wel. Dat is misschien wel de belangrijkste stap voor iemand die kampt met een verslaving: dat je toegeeft dat je verslaafd bent.”

'Je merkt dat mensen in de buurt huiverig zijn om onze hulp in te schakelen'

Verbondenheid

In het safehouse verblijft hij met zo’n dertig andere cliënten. Allemaal kampen ze met de naweeën van hun verslaving. “Of het nu gaat om alcohol, drugs, gokken, medicijnen of gamen; we hebben stuk voor stuk hulp nodig om ons leven weer op de rails te krijgen. We helpen elkaar. Dat zorgt voor een enorme verbondenheid.”

Alle cliënten volgen een strak dagprogramma, bestaande uit een opening, een groepsactiviteit en een één-op-één gesprek met een psycholoog. ’s Avonds wordt er gezamenlijk gekookt. De dag eindig altijd met het invullen van een dagjournaal. 

In de begeleiding van de cliënten bij Zero&Sano ligt de focus op het organiseren van zelfhulpgroepen, grote betrokkenheid van familie en vrienden en het werken met het ’12 Stappen Minnesota Model’. Het doel is om de verslaving stapsgewijs uit het leven te krijgen. Dat is Mazer gelukt. Daar is hij Zero&Sano dankbaar voor. “Hier in het safehouse werk ik nu vooral aan mijn toekomst. Om bezig te zijn doe ik overdag klusjes voor hulpbehoevenden uit Krimpen en omgeving.’

Hij vindt het jammer dat er nog altijd een stigma om verslaving hangt. “Je merkt toch dat mensen hier in de buurt wat huiverig zijn om onze hulp in te schakelen terwijl wij graag met hen in contact willen komen. Dan zullen ze merken dat wij gewone mensen zijn, maar met een ziekte.” 

Schuldgevoelens

Mazer ziet zijn toekomst positief in. Hij zoekt werk en een huis in de buurt van Delft, de plaats waar zijn twee dochters en zoon wonen. De verhouding met hen is goed. Toch wordt hij geplaagd door schuldgevoelens. “Door mijn verslaving was ik er niet altijd voor m’n kinderen. Ik heb nu de mogelijkheid om het weer goed te maken, zo ver dat mogelijk is. Het gaat goed, maar ik moet nog een hoop werk verzetten.”

Een terugval is mogelijk. Toch verwacht Mazer niet dat hij weer snel naar de fles zal grijpen. "Als ik de neiging krijg om opnieuw te drinken, kan ik altijd iemand uit mijn netwerk bellen. Die kan op je inpraten en vertellen dat je niet aan de verleiding moet toegeven. Er zijn ook elke dag meetings die je kan bezoeken. Zelf heb ik altijd het beeld van het zwarte pak voor ogen. Dat staat symbool voor de dood. En doodgaan wil ik nog lang niet.”