Vogel maakte diepe indruk op Piet van Andel
'De ooievaar is van ons allemaal'
herwijnen • Piet van Andel, beheerder van de Ooievaarsopvang, is altijd geïnteresseerd geweest in vogels, vooral de ooievaars hebben zijn aandacht getrokken en vastgehouden.
"Vroeger op school hingen er aan de muren allerlei platen met verschillende dieren: reptielen, vissen en weidevogels. De ooievaar stond er altijd zo prachtig bij en dat heeft een grote indruk achter gelaten op mij!"
Het is allemaal begonnen als kweekprogramma. In het Liesveld in Groot-Ammers is het opgestart. De vogels daar werden erg geholpen in hun leventje. Zo kregen ze regelmatig voedsel, zodat ze dat zelf niet hoefden op te zoeken. "Wij hebben dat langzaam afgebouwd, omdat we de natuur zoveel mogelijk zijn gang willen laten gaan. Af en toe helpen we wel eens, als het erg koud is en het moeilijk is om voedsel te vinden. Maar de meeste ooievaars trekken dan automatisch naar de vorst- en sneeuwgrens toe. Vroeger waren er heel weinig ooievaars in Nederland te vinden, misschien maar vijf wilde paartjes. Tegenwoordig zijn dat al een stuk of vijfduizend, inclusief de uitgevlogen jongen. Dat aantal blijft groeien en dat is goed om te zien. Alleen gaan er helaas nog steeds regelmatig dood", vertelt Piet.
Wereldwijd is er een grote populatie ooievaars. Zo zijn de vogels onder andere te vinden in: Spanje, Portugal, Zwitserland, Duitsland en Polen. In West-Europa dreigden ze uit te sterven en in Nederland waren ze zo goed als niet meer te vinden. Van nature trekken ooievaars vanaf augustus tot september richting het zuiden. Op thermiek gaan de vogels naar boven, dat betekent dat ze in een rondje opstijgen in warme lucht. "Als ze op een bepaalde hoogte zijn, komen ze in een soort straalstroom van wind. Die moet gunstig zijn, zodat ze met zo min mogelijk energie verspilling op weg kunnen gaan. Hoe lang ze erover doen om van Nederland naar Marokko te gaan, is niet te zeggen. Het kan van een week tot een maand lang duren!"
"Soms moet je wel eens in het nest werken, om een ooievaar bijvoorbeeld te ringen. Dan accepteren de ouders de jonkies nog wel terug, maar als de ouder er eentje uitgooit, heeft dat vaak te maken met het voedseltekort. Dan hoef je het kleintje niet terug te zetten, want die wordt er dan hoogstwaarschijnlijk weer uitgegooid. Dat is de kans voor ons om hem te helpen, omdat wij natuurlijk wel genoeg voedsel hebben om de baby groot te krijgen. Het is een soort overlevingsinstinct van de ouders, om wel de andere jonkies groot te kunnen krijgen."
Piet bouwt regelmatig nesten op, maar vindt het ook belangrijk als er nesten, zorgvuldig, worden weggehaald. "Als mensen een ooievaarsnest op hun dak of in hun tuin hebben die ze niet willen, bellen ze mij op en dan mogen de ooievaars het seizoen afmaken. We kunnen dan in samenwerking het nest weghalen of verplaatsen. Baby ooievaars zijn schattig, maar het brengt wel rommel met zich mee. Soms zijn mensen daar niet blij mee en dat kan ik zeker begrijpen. Alleen het opbouwen en verwijderen van de nesten moet goed gedaan worden en de ooievaars mogen niet gestoord worden als ze aan het broeden zijn. Dat is erg belangrijk. Maar, geniet er vooral van! De ooievaar is van ons allemaal."