Afbeelding
Foto: Christel van Wijk

Een nieuw dorp ten zuiden van Utrecht

Hoe op weiland een nieuw dorp verrees

Daniëlle en Erwin, twee jonge basisschoolleraren, zijn nog maar net neergestreken in Hoef en Haag. Maar het went snel. Daniëlle geniet van de landelijke omgeving met weilanden en koeien. Ze vindt het wel zonde dat de koeien plaatsmaken voor woningen. Aan de andere kant wil ze zelf ook ergens wonen. Dit is een mooie plek én in het midden van Nederland. Een grote mijlpaal hebben ze al beleefd: in januari 2021 wordt hun zoontje Sem geboren. Elke dag wandelt ze buiten met Sem door het jonge dorp, langs het water en de dorpswinkel. De school en supermarkt zijn nog in aanbouw. Ze ziet veel baby’s en vrouwen in blijde verwachting. Ze zegt dan gedag tegen de moeders met bakfietsen en inwoners uit de oude huizen en boerderijen in Hagestein.

Hoe anders was het nog geen twee jaar eerder. Daniëlle en Erwin rijden dan geregeld naar het bouwterrein waar hun droomwoning moet verrijzen. Het is herfst 2019 en de koeien van de nabijgelegen boerderijen grazen er nog. Maar langzaam verandert het gebied in het dorp waar ze gaan wonen. De betonnen bunkers veranderen gestaag in echte huizen. Tuinen zijn er nog niet: die ogen meer als een woestijn, met her en der groene sprietjes. Omdat er nog nergens schuttingen staan en je overal de vrolijke gezichten ziet van buren die aan het klussen zijn, krijgt het stel een echt campinggevoel.

Op 26 mei 2020 krijgen Daniëlle en Erwin eindelijk de sleutel. Dan weten ze nét dat ze een kindje verwachten. Het huis is leeg en kaal. Precies een maand later verhuist het stel. Ze rijden wel vijftig keer op en neer met allerlei auto’s. Met veel dozen en ‘weet ik veel wat voor zooi’, zoals ze het zelf zeggen. Maar dan is een proces van jaren wachten echt afgerond.

Je levenswerk verkopen

Twintig jaar eerder, in 2000, zitten Hans en Gera Oosterom in de woonkamer van hun oude boerderij met grote rieten kap in Hagestein. Hans Oosterom, geboren en getogen in dit dorp, woont al zijn hele leven op de boerderij. ‘1864, Ridderoord’, prijkt op de gevel. Hun drie kinderen spelen buiten. De melkkoeien staan in de stal en de zon op het akkerland verlicht de maïs. De familie heeft dan al gehoord over de plannen voor een nieuw te bouwen dorp.

Een delegatie van de provincie is op bezoek in de gemeente. De meningen over nieuwbouw tussen de snelweg A27, het dorp Hagestein en rivier de Lek zijn verdeeld. De borden ‘geen grootschalige woningbouw’ staan langs de kant van de weg. Om vijf ’s morgens laat de burgemeester de borden snel weghalen. De mensen worden daardoor nog bozer, ze willen kunnen protesteren. Oosterom noemt het een soapserie. Hij bemoeit zich er niet mee, hij heeft er ook geen groot belang bij. ‘De ontwikkeling houd je toch niet tegen als ze het eenmaal in de kop hebben’, is niet voor niets een van zijn favoriete uitdrukkingen. Als ze gaan bouwen, krijg ik een zak met geld en dan ga ik weg, denkt hij.

De onderhandeling

Twee jaar later praat de familie Oosterom met ambtenaren van de gemeente. Ze willen hun huis én grond kopen. Oosterom ziet het als een grote kans. Hij wil nu, op 43-jarige leeftijd, nog verder boeren. De gemeente en het stel komen bijna tot overeenstemming over een bedrag. Totdat plots de ’73 maanden clausule’ wordt afgeschaft, een regeling waardoor ondernemers bij de verkoop van een boerenbedrijf minder belasting hoeven te betalen over de opbrengst ervan. Verkopen en verhuizen is ineens veel minder lucratief voor het echtpaar.

De gemeente en Oosterom zijn weer terug bij af, na jaren praten. Oosterom is dan wel klaar met de gemeente. De familie wordt inmiddels ook benaderd door projectontwikkelaars. Met BAM Vastgoed hoopt Oosterom er wel uit te komen.

‘Verkoop je huis maar zelf’, zegt BAM Vastgoed. ‘Wij kopen dan de grond.’

Oosterom weigert dat. ‘Ik verkoop alles of niks. De gronden en óók de oude woonboerderij. Boter bij de vis.’

Een aantal dagen later komt het antwoord. BAM Vastgoed: ‘Oké. We gaan met jullie in zee. Jullie hebben drie jaar de tijd om elders een boerderij te vinden.’ De ontwikkelaar neemt hiermee een gok. De gemeente heeft de plek dan namelijk nog niet ófficieel aangewezen voor een nieuw dorp. Dit noemen ze ‘warme gronden’: gronden die voor het oog nog gebruikt worden als boerenland maar waarvan ontwikkelaars denken dat ze binnen nu en vijftig jaar veranderen in plekken voor wonen of werken.

Later komt de ontwikkelaar Bouwfonds Gebiedsontwikkeling (BPD) erbij. Dit bedrijf koopt uiteindelijk de boerderij én 22 hectare grond, voor een imponerend bedrag met zeven cijfers. Voor die prijs kan ik nooit koeien melken, denkt Oosterom.

De familie Oosterom heeft dan nog tijd zat om een nieuwe boerderij te vinden, denken ze. Overal in Nederland bezoeken ze boerderijen: van de Biesbosch tot de Noordoostpolder. De familie Oosterom vindt hun nieuwe plek in Flevoland. Daar moeten het huis en de oude stal gesloopt worden. De drie jaar vliegen om. Ze krijgen het niet voor elkaar om op tijd klaar te zijn met bouwen. BPD geeft gelukkig uitstel. Op 5 juli 2005 verhuist de familie Oosterom naar Flevoland.