• Marco Lopulan in actie.
• Marco Lopulan in actie. Foto: Ben Deiman

Oranjevaasjes in de schijnwerpers

“Kijk eens naar die kleur. Dat oranje, vind je het niet prachtig?” Bijna verliefd toont meesterglasblazer Marco Lopulalan (52) het ‘Maximavaasje 50’. Op 14 mei vindt de uitgifte plaats in Galerie Kristal-Glas aan de Hoogstraat 45 in Leerdam. En ook het volgende Oranjevaasje dient zich al aan: ‘Amalia 18’ dat begin december wordt uitgegeven. Op de kop af 33 jaar werkte Lopulalan voor Royal Leerdam Crystal, jarenlang was hij het gezicht van de fabriek aan de Lingedijk. Tot de kristalfabriek er vorig jaar mee stopte en hij op straat kwam te staan.

Maar het gaat goed met hem, vertelt hij in zijn woning aan de Patrimoniumstraat in 'hartje' Leerdam. De beide Oranjevaasjes staan op een ruwhouten tafel – ‘een erfenis uit de fabriek’ – zijn woning staat vol glazen kunstwerken. “Ik werkte in opdracht van de fabriek, was onderdeel van de geschiedenis van Royal Leerdam. Die tijd is voorbij. Ik ben nu bezig met een eigen collectie. Dat is een enorme uitdaging. Als ik het doe, wil ik het goed doen. Ik moet alles nog ontdekken. Ik heb er over nagedacht om mee te doen aan de Glaskunstbeurs in november. Maar daar ben ik nog niet klaar voor.”

Hij werkt in de Van Tetterode Glas Studio in Amsterdam en de Stichting Vrij Glas in Zaandam. “Ik blaas daar mijn eigen stukken.” In Zaandam blaast hij ook zijn Oranjevaasjes. De 50e verjaardag van Maxima volgende maand en de 18e verjaardag van Amalia in december bracht Lopulalan op het idee twee Oranjevaasjes te maken. “Mijn eerste exemplaar blies ik in 1995, het bevrijdingsvaasje. Daarna heb ik er nog veertien of vijftien geblazen. Het Maximavaasje is mijn eerste ‘eigen’ werkstuk.” Hij liet niets aan het toeval over en schakelde Durk Valkema, eigenaar van Vrij Glas, in. “Hij smelt alle kleuren glas voor mij, met een bepaalde kleurtoevoeging volgens oud recept van zijn vader. Moet je dat oranje zien. Zo intens, zo vreselijk mooi.” Ook voor het ontwerp zocht hij zijn ‘heil’ in Zaandam. Beide vaasjes werden ontworpen door Anna Carlgren, de vrouw van Durk Valkema, een glaskunstenares van internationale allure. Ze deed dat in nauw overleg met Lopulalan. “Ik gaf mijn ideeën door, Anna ging ermee aan de slag. Daarna hebben we er samen aan gesleuteld, want ik moet het ontwerp wel kunnen blazen. Ik heb er een oude techniek van Copier uit de jaren dertig in verwerkt. Dat is het bijzondere van beide vaasjes: die prachtige kleur en die oude techniek.”

Lopulalan is enthousiast over het resultaat. “Elk vaasje is anders. Het Maximavaasje krijgt veel waardering, maar ook het vaasje van Amalia heeft een eigen karakter. Het heeft de uitstraling van een kroonprinses: elegant, met de vorm van een kroontje erin verwerkt. Dit is zo mooi om te doen. Ik ben geen kunstenaar die één bijzondere, extravagante vaas maakt. Ik heb graag controle over het hele proces. Meedenken over het ontwerp, zelf de productie draaien – daar word ik vrolijk van. De vaasjes heb ik in ruim een week geblazen. Van ‘s morgens vroeg tot ‘s avonds laat was ik ermee bezig. Mijn aanstaande vrouw Ingrid Vente heeft me er geweldig bij geholpen, een prachtig proces.”

Beide vaasjes verschijnen in een oplage van 200 stuks – ‘ik wil het exclusief houden’ – en kosten 249 euro. De kunstwerken gingen als warme broodjes over de toonbank. “Het Maximavaasje was binnen tweeënhalve maand uitverkocht. Anders wachten de liefhebbers de presentatie af en is een ‘doorlooptijd’ van een jaar normaal. Hetzelfde geldt voor het Amaliavaasje. Drie weken geleden werd het gelanceerd, niemand heeft het gezien en nu al is ruim de helft verkocht. Ongezien, alleen op naam. Echt heel bijzonder.”

Hij gaat niet in op de vraag wat nu eigenlijk de echte Oranjevaasjes zijn, nu ook Royal Leerdam Crystal twee vaasjes uitgeeft. "Het bedrijf heeft me gemaakt tot wat ik ben. Nu is het tijd om op eigen benen te staan. De verzamelaars moeten maar uitmaken welke vaasjes ‘echt' zijn. Op 14 mei volgt de uitgifte van het Maximavaasje en de presentatie van het Amaliavaasje, daar kijk ik erg naar uit.”