• Fysisch-antropoloog April Pijpelink onderzocht eerder al de skeletten in Vianen.
• Fysisch-antropoloog April Pijpelink onderzocht eerder al de skeletten in Vianen. Foto: Dick Aanen

Skeletten vermoedelijk van Britse soldaten

Massagraf waarschijnlijk uit Franse tijd

vianen • Zowel sporen op de skeletten als onderzoek in krantenarchieven maakt deze context steeds meer aannemelijk.

Eerder werd melding gemaakt van (extreme) geweldssporen. Bij nadere bestudering van de skeletten met deze sporen, bleek in een aantal gevallen sprake te zijn van zaagsporen. Deze zaagsporen zijn een indicatie van medische handelingen (amputaties, autopsies en dergelijke), uitgevoerd door een chirurgijn of iemand anders met medische kennis. Omdat sprake is van jonge jongens en mannen in het graf, liggen militaire slachtoffers voor de hand.


De aanwijzingen voor medische handelingen duiden op een mogelijk veldhospitaal waar gewonde en zieke soldaten verzorgd konden worden. Aangezien een veldhospitaal niet op plek van de veldslag zelf werd ingericht, maar doorgaans wat verder van het strijdgewoel, werd duidelijk dat het graf geen slachtoffers hoefde te bevatten van gevechten rondom Vianen.


Slijtagesporen

Op enkele gebitten zijn slijtagesporen aangetroffen die zijn veroorzaakt door de ronde steel van een pijp. Deze mannen hebben dus pijp gerookt. Het roken van tabak komt in Nederland voor vanaf circa 1600. Tabak was een duur genotsproduct en werd in eerste instantie alleen gebruikt door de rijken. Vanaf circa 1690 is pijproken gangbaar onder alle lagen van de bevolking. Omdat er meerdere aanwijzingen zijn voor jongens en mannen van arme komaf, maakten deze sporen duidelijk dat het graf niet ouder kan zijn dan 1690.


Uitgaand van een datering na 1690 en welke oorlogshandelingen hebben plaatsgevonden in Nederland, komt vooral de Franse tijd in beeld. Op basis van deze vermoedens is gericht gezocht in digitale krantenarchieven. In de Amsterdamse Courant wordt op 28 december 1794 gesproken over de inrichting van een veldhospitaal in de ruïnes van kasteel Batestein in Vianen. Het massagraf ligt hier nog geen honderd meter vandaan. Het hospitaal was ingericht door en voor Engelse soldaten die op Nederlands grondgebied samen met onder andere het Staatse leger en troepen uit Pruisen, vochten tegen de Fransen. Deze oorlog staat bekend als de Eerste Coalitieoorlog (1792-1797).


Uit andere krantenartikelen uit deze periode is bekend dat het veldhospitaal in Vianen op 30 december 1797 verhuisde naar Amersfoort. Deze oorlog verliep dramatisch voor de Engelsen. Dit blijkt onder andere uit dagboeken van Engelse soldaten. Vele soldaten bezweken tijdens de oorlog door ziekte, ondervoeding en kou.


Vervolgonderzoek

Volgens wethouder Christa Hendriksen moet vervolgonderzoek, waaronder ook archiefonderzoek, uitwijzen of deze vermoedens kloppen. "Het is puur toeval dat dit C14- en isotopenonderzoek in Engeland wordt uitgevoerd. Vanwege de Britse achtergrond hebben wij contact gelegd met de Britse overheid om hen op de hoogte te brengen.”


De Britse Ambassadeur in Nederland, Joanna Roper, laat weten: “Dit is een bijzondere vondst uit een periode van nauwe samenwerking tussen het VK en Nederland in de 18e eeuw. Het is weer een voorbeeld van de nauwe historische banden tussen onze twee landen. Ik ben erg blij dat archeologen van het Britse Ministerie van Defensie samenwerken met hun Nederlandse collega’s van de gemeente Vijfheerenlanden om om deze stoffelijke resten nader te identificeren en ervoor te zorgen dat ze met gepast respect worden behandeld.”


Volgens historicus dr. Renger de Bruin van de Universiteit Utrecht gaat de ambassadeur overigens wel voorbij aan het feit dat de militairen in het Britse leger vooral Duitsers waren. Hij zegt dat op de site van Oud Utrecht.