• Isabelle, Ginger en Wessel (vlnr) vertellen over de lessen in coronatijd op de Lingeborgh in Geldermalsen.
• Isabelle, Ginger en Wessel (vlnr) vertellen over de lessen in coronatijd op de Lingeborgh in Geldermalsen. Foto: William Hoogteyling

'Ik mis het wel om in de klas te zitten'

geldermalsen • Het is voor scholen een hele uitdaging om leerlingen zo goed mogelijk door de coronaperiode heen te loodsen. De Lingeborgh in Geldermalsen slaagt daar tot nu toe goed in en heeft vanaf dag één oog voor zowel de leerprestaties als de sociale ontwikkeling.

Leerlingen Isabella (12) en Wessel (16) en oud-leerling Ginger (16) hebben goede ervaringen, wat de directeur uiteraard tevreden stemt.
Geen excursie, werkweek, gala of schoolfeest. Het is zeker een gemis, maar de leerlingen berusten erin en slaan zich dapper door deze lastige periode. Hoe ze school ervaren? Nieuwkomer Isabella heeft het naar de zin in haar brugklas havo-vwo. "Sinds december krijg ik online les. Dat gaat goed, de leraren doen het niet anders dan toen ik in september naar school kwam. Maar ik mis het wel om in de klas te zitten."

Vierdejaars Wessel, die in september aan een opleiding manager retail begint, is blij dat hij als examenkandidaat ‘gewoon' naar school kan. "Ik krijg nu eenmaal meer mee van de lessen als ik een docent tegenover me zie." Ginger, die sinds ze vorig jaar haar diploma haalde nu een koksopleiding volgt, had dezelfde ervaring. "Ik ging naar school om te zorgen dat de dingen die af moesten zijn, ook echt af kwámen. Ook al moest ik twee uur extra blijven, ik had er geen problemen mee. Het klinkt misschien gek, maar ik zou het niet erg hebben gevonden als ik nog een jaar op de Lingeborgh had moeten blijven." Wat ze het meeste missen? "Uit eten gaan", zegt Wessel. "En kickboksen, nu ik met voetbal ben gestopt. Oh ja, zonder mondkapje in de supermarkt werken." Dat laatste herkent Ginger. "Bij mij zakt het de hele tijd af. Zelf mis ik feesten en festivals het meest." Brugklasser Isabella kan niet wachten tot ze weer een dagje uit mag.


De omstandigheden veranderen voortdurend en dat betekent dat de schoolorganisatie flexibel moet meebewegen, legt directeur Ronald van der Vlies uit. "We vragen ons constant af: doen we iets wel of niet? Met niet de automatische neiging dat je nu al voor een heel jaar iets beslist. Dat is desastreus voor kinderen. Vorig jaar maart hebben we direct ankerpunten geformuleerd: we willen dat leerlingen verder kunnen met leren en zo min mogelijk stagneren én, minstens zo belangrijk, ze moeten zich door kunnen ontwikkelen. Sociale cohesie is de jus over de aardappelen en die moet ook in orde zijn. Dus ontmoeten, gecorrigeerd worden, verbaal en non-verbaal stoeien, grenzen kennen en aan je identiteit werken. We zijn niet een school waar je alleen een curriculum leert, je moet er ook van alles meemaken. Binnen de mogelijkheden die er steeds zijn, proberen we keer op keer dat te doen."


Daarbij is goed en geregeld overleg met medewerkers, leerlingen en ouders heel waardevol, zegt Van der Vlies. Het zorgt volgens hem voor een prettige, werkbare sfeer waarin iedereen gedijd.