• Dennis van Horssen vindt het een uitdaging om de digitale lessen zo boeiend mogelijk te maken.
• Dennis van Horssen vindt het een uitdaging om de digitale lessen zo boeiend mogelijk te maken. Foto: Aangeleverd

'Naar school gaan is nu een uitje'

‘Blij als alles weer normaal is'

leerdam • “We hebben veel van die eerste periode geleerd, maar we zijn blij als alles straks weer normaal is”, zegt Dennis van Horssen (31), docent economie en examensecretaris bij het Heerenlanden in Leerdam. Op de Leerdamse scholengemeenschap is er nu plaats voor zo’n 190 examenleerlingen. “De examenleerlingen van 4 mavo krijgen alle lessen op school, de examenleerlingen van 5 havo en 6 vwo volgen van elk examenvak tenminste een keer per week een les op school. Voor de verdere invulling van hun programma zijn we flexibel. Leerlingen kunnen ervoor kiezen meer lessen op school te volgen, maar dat kan ook thuis gebeuren. Daarnaast is er op school ruimte voor leerlingen die moeilijk thuis kunnen werken. Bijvoorbeeld omdat het internet slecht is, of omdat het daar niet rustig genoeg is. Alle andere leerlingen volgen de lessen thuis.”

De inwoner van Haaften geeft nu zo’n vijf tot zes lessen per dag. “Ik zet de lessen ‘klaar’ en nodig de leerlingen uit. Als het tijd is, loggen ze in. Je ziet er steeds een paar bijkomen. Zo kun je gemakkelijk controleren of iedereen aanwezig is en of je er niet een paar mist.” In het programma zit bovendien een functie die toont of leerlingen tijdens de les ingelogd blijven. “Achteraf krijgen we een rapport, waardoor we kunnen zien of de leerlingen de hele les hebben gevolgd en ze niet halverwege zijn afgehaakt.” Grootste uitdaging van het digitale onderwijs is volgens Van Horssen om de lessen boeiend te houden. “We hebben de online lessen ingekort tot een half uur, want het is een opgave om de hele tijd naar zo’n scherm te blijven kijken. Daarnaast probeer ik de lessen zo interactief mogelijk te maken. Als je alleen je eigen verhaal houdt en een half uur achter elkaar aan het woord bent, weet je zeker dat er leerlingen gaan gamen of Netflix gaan kijken.” Maar, benadrukt de docent, het is voor het beeldscherm lastiger om de leerlingen bij de les te betrekken dan in de klas. “Ik stel regelmatig vragen, maar dat kan alleen maar gericht, aan één persoon. Als je dat niet doet, reageren er tien tegelijk. Dat werkt niet op afstand.” Het programma waar de docenten mee werken, biedt wel allerlei hulpmiddelen om - naast de klassikale lessen - de leerlingen zoveel mogelijk individueel te begeleiden. “We kunnen berichten sturen, vragen stellen, bijles geven, overleggen, feedback geven. Kortom tal van mogelijkheden om met de leerlingen te communiceren.” Desondanks denkt Van Horssen dat de lessen minder effectief zijn dan anders. “Het is lastig om te constateren wat de lessen opleveren en wat de leerlingen precies doen met de leerstof. We kunnen de leerling tijdens de lessen vaak niet zien, omdat de camera vanwege hun privacy uit blijft. De leerlingen hebben alleen hun microfoon aan staan. Gelukkig zetten ze de camera wel aan tijdens bijlessen of gesprekken.” Zelf laten de leerlingen weten dat ze de sociale contacten missen. “De examenleerlingen zijn blij dat ze naar school mogen. Het is een uitje, een mogelijkheid voor ontmoeting in een tijd dat er heel veel niet kan en mag.”


Van Horssen sluit niet uit dat deze tweede lockdown zorgt voor leerachterstanden. “Leerlingen die zelfstandig kunnen werken en goed kunnen plannen, redden zich wel. Anderen vinden dat lastiger en hebben meer sturing nodig. Daarnaast zijn er leerlingen waar het thuis niet zo lekker loopt of die niet over goede apparatuur beschikken. Vooral voor die groepen is het fijn als ze straks weer gewoon naar school kunnen.“ Wel constateert de docent dat alles nu beduidend soepeler verloopt dan afgelopen voorjaar toen de scholen voor het eerst dicht gingen. “We hebben flinke stappen gezet. We hebben meer ervaring, meer ideeën en betere programma’s. Daar kunnen we straks van profiteren bij de lessen aan leerlingen die lang ziek zijn. Vroeger was dat altijd een probleem, nu kunnen we daar veel beter mee omgaan.”


Mila Snijders

'De grootste uitdaging is om de lessen boeiend te houden'

Mila Snijders (16) uit Asperen zit in Havo 5 en bereidt zich voor op haar eindexamen. De leerling van het Heerenlanden gaat vijf dagen per week naar school. “Drie hele en twee halve dagen, de rest van de lessen vindt online plaats.” De eindexamenkandidaten mogen zelf hun voorkeur aangeven. “Ik ben best zelfstandig en kan prima overweg met de online lessen, maar docenten geven er de voorkeur aan dat we zoveel mogelijk ‘fysiek’ aanwezig zijn. In de klas houden we afstand, maar ook daar worden de lessen online gegeven.”


Mila vindt het niet vervelend om thuis lessen te volgen. “Het is prima te doen. M’n hondje slaapt op m’n schoot en je kunt wat vaker pauzeren. Het gaat nu beter dan tijdens de eerste lockdown. Het is een gekke tijd, ik maak er het beste van. Je kunt gaan sikkeneuren, maar dat helpt ook niet.” Mila sluit niet uit dat leerlingen achterstanden oplopen. “De docenten doen hun uiterste best. Sommigen maken er heel veel werk van. Bij meneer Van Horssen maakt het eigenlijk geen verschil of je in de klas zit of dat hij online les geeft. We krijgen hetzelfde mee.” Het afstandsonderwijs heeft volgens haar voor- en nadelen. "Voordeel is dat je minder vroeg uit bed hoeft en je tijdens tussenuren andere dingen kunt doen. Het grote nadeel is dat je je klasgenoten mist. Bij elkaar zitten of elkaar even knuffelen is onmogelijk. Bovendien is het gezamenlijk maken van opdrachten nu veel lastiger. En de lessen zijn gemiddeld toch minder leuk. Daarnaast heb je te maken met technische problemen, omdat de wifi niet werkt of het systeem overbelast raakt. Daardoor mis je soms een deel van de les.”


Bang om te zakken voor haar examen is Mila niet. "Al heb ik wel last van examenstress. Anderzijds zijn de normen soepeler, krijg je extra herkansingen en kun je bij achterstanden zelfs examen doen in drie tijdvakken. Het komt vast goed.” Mila kijkt uit naar de periode dat corona verleden tijd is. "Hoewel: ik ben inmiddels gewend aan de huidige situatie van mondkapjes en afstand houden. Best raar als straks alles weer ‘normaal' is.”