Krimpenerwaard in RES 1.0: zon boven wind

regio • De gemeenteraad van Krimpenerwaard is unaniem akkoord gegaan met de Regionale Energie Strategie (RES) 1.0. De fracties spraken zich hiermee uit tegen windmolens in de polder, maar voor zonne-energie.

Krimpenerwaard zet in de zoektocht naar het opwekken van duurzame energie in op ‘zon op dak’, boerenerfmolens, kleinschalige zonnevelden (0,5 ha), zonneweides langs de N210 en op agrarische grond aan de westzijde van de Krimpenerwaard. Grootschalige windenergie binnen de gemeentegrenzen sluit Krimpenerwaard uit. In een volgende fase -RES 2.0, dat voor 2023 klaar moet zijn-, is het bedoeling om de ‘zoekgebieden’ te concretiseren en betrokkenen (grondeigenaren en omwonenden) en overige belangstellenden nadrukkelijker bij de discussie te betrekken. Daar hamerden de raadsleden afgellopen week ook in meerderheid op. Van participatie door inwoners is mede vanwege corona weinig terechtgekomen. 

Haast was geboden dinsdag, want de RES 1.0 moest uiterlijk donderdag zijn ingediend bij het Nationaal Programma RES. Dat leidde, ondanks ruim 20 (!) moties/amendementen, tot een rappe afhandeling van de vergadering. Daar was niet iedereen van gediend. Heleen Vogel (VVD): "Democratische besluitvorming mag niet ondergeschikt raken aan een te halen deadline." Eric Koelewijn (SGP) was niet enthousiast over zonneweides langs de N210, -‘al betreft het gelukkig wel gemeentegrond'-, maar was nog minder te spreken over de uitgezette zoekgebieden voor zonneweides op agrarisch terrein: "Dat vinden we als SGP onbegrijpelijk en daar zullen we ook op tegen zijn.” Wethouder Bert Bening zag het anders: "Het betreft kleinschalige zoekgebieden, die ook kansen bieden voor de betrokken agrariërs. Bovendien halen we onze doelstelling niet met alleen zon op dak.” Bij de RES hebben de diverse regio's in Nederland een taakstelling. Voor Midden-Holland, waartoe gemeente Krimpenerwaard behoort, is dat 0,435 TWh hernieuwbare elektriciteit op land per jaar vanaf 2030, om vanaf 2050 volledig afscheid te nemen van fossiele energiebronnen.

Robert van der Hek