• Verpleegkundigen Demy (links) en Kim beginnen hun ziekenhuisloopbaan met veel afwisseling en groeiende verantwoordelijkheid, om daarna bewust te kiezen.
• Verpleegkundigen Demy (links) en Kim beginnen hun ziekenhuisloopbaan met veel afwisseling en groeiende verantwoordelijkheid, om daarna bewust te kiezen. Foto: Frederike Roozen - Slieker

Nieuwe verpleegkundigen ASz mogen eerst rouleren

Ziekenhuis helpt bij keuze afdeling

dordrecht • Bij het ASz mogen verpleegkundigen zonder ziekenhuiservaring eerst rouleren langs afdelingen. Dit aanbod leverde het ziekenhuis 24 nieuwe medewerkers op.

Het ziekenhuis merkte dat gediplomeerde verpleegkundigen zonder ziekenhuiservaring zich vaak geremd voelen om te solliciteren in een ziekenhuis. Om hen toch te laten wennen aan de ziekenhuisomgeving, heeft het ASz een speciale startfunctie gecreëerd. Hierin rouleert de algemeen verpleegkundige de eerste tijd over verschillende afdelingen, met langzaam groeiende verantwoordelijkheid. 


Grote respons

In een persbericht meldt het ziekenhuis: “De respons is sensationeel. In één maand tijd werden 24 verpleegkundigen voor 17 voltijdfuncties aangenomen als ‘OOP-verpleegkundige’ (afkorting voor Oriëntatie- en Ontwikkelprogramma). Bijna allemaal zeiden ze: deze functie lijkt wel voor mij gemaakt”, aldus afdelingshoofd Jarno van Breenen, een van de bedenkers.


Het lijkt een gouden greep, vindt Van Breenen. “We hebben een vijver aangeboord waarvan we nog niet kunnen overzien hoe groot die is.” Het nieuwe programma richt zich op twee groepen. “De eerste groep zijn net afgestudeerde verpleegkundigen die tijdens hun opleiding niet of heel beperkt in ziekenhuizen hebben gewerkt. De tweede groep zijn verpleegkundigen die al werken in bijvoorbeeld de verpleeghuis- of gehandicaptenzorg en een overstap naar het ziekenhuis wel ambiëren, maar niet goed aandurven. Zij denken vaak dat ze vastzitten op hun plek. Maar met een rustige start en de mogelijkheid om eerst eens rond te kijken, kunnen zij heel goed landen in het ziekenhuis.”


De truc achter het OOP is tweeledig, vertelt de andere bedenker, afdelingshoofd Zanelle Mans: “We helpen de verpleegkundige enerzijds een bewuste keuze te maken voor een bepaalde afdeling of specialisme, waar best flinke verschillen in zitten. En we helpen de nieuwe collega om zich in haar of zijn eigen tempo competent te gaan voelen.”

De OOP-verpleegkundige wordt eerst een maand ingewerkt op één afdeling. Daarna krijgt hij of zij een zwervend profiel en wordt dan met name ingezet om ziekte en piekdrukte op te vangen op steeds wisselende afdelingen. “Daarbij maken ze kennis met alles wat die afdeling specifiek maakt: patiëntencategorie, veel voorkomende handelingen, ligduur, sfeer enzovoort.”


Ondersteunende rol

De rol van OOP'er moet niet worden verward met de functie van flexverpleegkundige, vertelt Mans. "Die zijn juist doorgewinterd en ze kunnen op elke afdeling waar een tekort is meteen maximale verantwoordelijkheid dragen. De OOP-verpleegkundige werkt nog niet als eerstverantwoordelijke, maar biedt ondersteuning in een team waar extra hulp welkom is. Zo groeit de OOP'er in een steeds verantwoordelijker rol. Een ander verschil met de flexer is dat die niet tot een team behoort. De OOP'ers vormen samen wel een team. Weliswaar werken ze niet op dezelfde plek, maar ze krijgen samen begeleiding, nemen in groepjes deel aan training en intervisie en helpen elkaar onderling.” Het traject heeft een open einde. Verpleegkundigen die snelle groei laten zien en al gauw weten bij welk specialisme ze zich het meeste thuis voelen, kunnen na een paar maanden doorstromen naar een plek op een vaste afdeling. Maar het mag het ook een jaar duren.