• We produceren in de regio nog teveel restafval.
• We produceren in de regio nog teveel restafval. Foto: Petro Perytskyi, 123rf.com (stockfoto)

'De meeste mensen zullen hun afval niet langs de Lek gooien'

Mogelijk diftar in Waardlandengebied

alblasserwaard/vijfheerenlanden • Inwoners van de regio die alles in de grijze afvalcontainer gooien en niet hun best doen om de hoeveelheid afval te beperken, moeten in de nabije toekomst waarschijnlijk meer betalen voor de verwerking ervan.

Nu heeft alleen het aantal personen dat op een adres woont invloed op de hoogte van de afvalstoffenheffing, niet de hoeveelheid afval. De gemeenten Gorinchem, Hardinxveld-Giessendam, Molenlanden en Vijfheerenlanden overwegen inwoners die veel restafval produceren méér te laten betalen dan mensen die weinig weggooien.


Besluit in juni

De vier gemeenten hebben een gezamenlijke reinigingsdienst, Waardlanden. In juni besluiten de vier gemeenteraden in het Waardlandengebied over de invoering van zo’n gedifferentieerd tarief, afgekort: diftar (zie kader). Dit moet mensen stimuleren beter hun best te doen om de hoeveelheid restafval te beperken. Momenteel wordt in de regio ongeveer 60 procent van het afval gescheiden aangeboden. Dat percentage moet omhoog: vorig jaar had het al 75 procent moeten zijn en de komende jaren zijn de streefcijfers nog hoger.


Wat zijn de cijfers in kilo's? Inwoners van het Waardlandengebied boden in 2018 gemiddeld nog 232 kilogram restafval aan. Het streefcijfer voor 2020 was: maximaal 100 kilogram restafval per inwoner per jaar. Restafval kan niet worden hergebruikt en moet worden verbrand. De cijfers zijn inclusief grof restafval, zoals bijvoorbeeld afgedankte vloerbedekking. Dat inwoners in het Waardlandengebied flink wat meer afval produceren dan ze volgens de landelijke streefcijfers zouden mogen doen, kost hen geld. Want uiteindelijk zijn de kosten die Waardlanden maakt terug te vinden in de afvalstoffenheffing.

Het aantal kilo’s van vorig jaar geeft als gevolg van corona een vertekend beeld. “Omdat mensen meer thuis waren, hebben ze meer huishoudelijk afval geproduceerd”, zegt Waardlandendirecteur Hans van den Brule . “Dat was nagenoeg overal in Nederland zo. Het jaar 2020 is een verloren jaar als het om de statistiek gaat.”


Afvaltoerisme

Er is een verklaring voor de grote hoeveelheid restafval die inwoners van het Waardlandengebied gemiddeld aanbieden. Van den Brule: “Een aanzienlijk deel, dat zou zomaar 20 kilo restafval per inwoner per jaar kunnen zijn, is het gevolg van misbruik door bedrijven en inwoners van buiten ons gebied. Wij adviseren de gemeenten om dat misbruik te stoppen door de invoering van een pasje voor het openen van containers.”

Het zogenaamde ‘afvaltoerisme’ is een gevolg van de invoering van diftar in sommige naburige gemeenten. Dit gebeurde bijvoorbeeld in de gemeente West-Betuwe. Van den Brule: “Een deel van de inwoners van deze gemeente neemt zijn afval nu mee naar het winkelcentrum in Gorinchem en gooit het daar weg. Stel, ik heb een bloemenwinkel en produceer snijafval. Dan kan ik een contract afsluiten met een particulier bedrijf, dat haalt het op. Maar ik kan het ook in een container van Waardlanden gooien, dan betalen de inwoners van Waardlanden het.”


Dumpen

Een vaak genoemd minpunt van de invoering van diftar is dat dit mensen stimuleert hun afval ergens te dumpen. Van den Brule vindt dit geen doorslaggevend argument. “Wat je ook doet, er is altijd een groep die zal frauderen. De vraag is: hoe ver wil je gaan om dat tegen te gaan? We hebben de neiging ons blind te staren op een klein groepje aso’s en criminelen, maar we hebben 160.000 mensen in ons gebied en dat zijn over algemeen heel nette inwoners.” Van den Brule is geen voorstander van vergaande en dure maatregelen ‘voor een handjevol aso’s’. “De meeste mensen zullen hun afval niet langs de Lek gooien als ze moeten betalen voor een afvalzak."

Momenteel wordt 85 procent van het grof huishoudelijk afval dat wordt ingezameld op afvalbrengstations hergebruikt. "Dat wordt dus niet verbrand, waardoor de afvalstoffenheffing lager blijft. “Voor wat we niet hoeven te verbranden, maken we geen kosten.”

De gemeenteraden in Waardlanden gebied hebben inmiddels diverse bijeenkomsten gehad waarop deskundigen van Waardlanden informatie gaven over afvalverwerking. Nu zijn eerst de colleges van burgemeesters en wethouders aan zet. Zij hebben een collegevoorstel geformuleerd waarover hun raden in debat gaan. Tijdens dat debat wordt de keuze gemaakt: wel of geen diftar?


Gedragsverandering

Om te weten te komen hoe inwoners gestimuleerd kunnen worden hun afval te beperken en goed te scheiden, is er landelijk veel onderzoek gedaan. Van den Brule: "Er zijn vier sporen. De eerste is: het verbeteren van de motivatie door goede voorlichting over het nut van afvalscheiding en hoe je dit kunt doen. Er doen indianenverhalen de ronde dat alles op één hoop zou komen. We moeten duidelijk maken dat dit niet klopt. Het tweede spoor is: het mensen makkelijk maken, de service verhogen. Het derde spoor is: zorgen voor een financiële prikkel. Daar is diftar een instrument voor. Het vierde is: handhaving. Dat doen we eigenlijk niet. We controleren heel af en toe, geven soms een rode kaart en legen dan de bak niet. Zelf geven we nooit een boete, gemeenten doen dat soms wel. Op alle vier de sporen hebben we mogelijkheden om het beter te doen. We hebben de gemeenten geadviseerd om voorlichting en educatie fors te verbeteren."

Anne Marie Hoekstra