• Jan Bouw.
• Jan Bouw. Foto: Geurt Mouthaan

Doctorstitel voor Jan Bouw

Thuis in uithoek van wiskunde

Tientallen jaren was hij voor leerlingen van De Lage Waard in Papendrecht een vertrouwde verschijning: meneer Bouw van wiskunde. Duizenden tieners bracht hij de grondbeginselen van wiskunde A en wiskunde B bij. Daarbuiten was hij ook met zijn vak bezig, maar op een heel ander niveau. "In mijn vrije tijd haalde ik mijn doctoraal examen", blikt hij terug. "Het was een verschrikkelijk in spannende periode. Achteraf gezien heb ik me wel eens afgevraagd hoe ik dat voor elkaar heb gekregen, naast een veeleisende baan."

Het antwoord op die vraag is niet heel ingewikkeld: wiskunde is voor Jan Bouw veel meer dan het vak waarmee hij het dagelijks brood verdiende. Hij is oprecht gefascineerd door de rekenmethodes, de cijfers, de onontgonnen terreinen van deze tak van wetenschap. Een liefde die er overigens niet van jongs af aan in zat. "De eerste twee jaar op de Mulo was wiskunde een drama. Ik begreep van het vak meetkunde met zijn axioma’s vrijwel niets. Ik denk dat ik er toen nog niet rijp voor was. In de derde klas viel het kwartje. Dat was echt een aha-erlebnis. Van het ene op het andere moment zag ik het en realiseerde ik me: wiskunde is eigenlijk heel makkelijk. Bijzonder, want ik heb in mijn jaren voor de klas maar weinig leerlingen meegemaakt die zo’n opgaande lijn in hun prestaties lieten zien.” Zijn eerste keuze na de Mulo was de HBS, maar toen dat niet mogelijk bleek, kwam hij in de jaren zestig terecht op de kweekschool. Enige jaren gaf hij les op een lagere school. "Daarnaast haalde ik de diverse aktes die nodig waren om wiskundeleraar te worden. Uiteindelijk ben ik dat 37 jaar onafgebroken aan De Lage Waard geweest."
Na het behalen van het doctoraal examen, in 1988, begon het na enige tijd toch weer te kriebelen bij Jan Bouw. Hij besloot de studie voort te zetten en het pad van promotie in te slaan. Zijn onderzoeksveld: normrest-symbolen, een onderwerp uit de algebraïsche getaltheorie. "Een uithoek van de wiskunde", glimlacht hij. Gevraagd naar een uitleg van het begrip normrestsymbool blijft hij het antwoord schuldig. "Het probleem is dat je dan begrippen moet gebruiken die een uitgebreide uitleg nodig hebben. Er zijn maar weinig mensen wereldwijd die begrijpen waar dit over gaat. En ja, als er op een verjaardag naar gevraagd wordt, ben ik snel uitgepraat. Het is eigenlijk niet mogelijk om er een gesprek over te hebben als je geen weet hebt van deze diepere lagen van de wiskunde. Dit niet met anderen te kunnen delen, vind ik wel eens jammer."

Er was natuurlijk ook de kloof tussen de wiskunde die hij bestudeerde en de wiskunde waar hij in zijn lokaal mee te maken had. Het is voor Bouw nooit een probleem geweest. "Het zijn twee verschillende werelden, maar in beide gevallen is het toch wiskunde. Om leerlingen daarin wegwijs te maken heb ik nooit vervelend gevonden. Ik droeg graag de liefde voor het vak over. Of dat gelukt is? Af en toe; de belangstelling voor wiskunde is nu eenmaal niet zo groot. Al is die in de loop van de afgelopen jaren wel duidelijk merkbaar toegenomen. Dat zie je aan de stijging van het aantal studenten wiskunde."
Een slordige vijftien jaar werkte de inwoner van Streefkerk ongeveer een dag in de week aan zijn promotieonderzoek. Met veel genoegen, maar tegelijkertijd met een zekere spanning. "Het zou namelijk kunnen dat iemand anders met hetzelfde onderwerp bezig zou zijn. Mijn promotor gaf het tijdens een gesprek aan dat hij erover verbaasd was dat dit nog niet eerder was opgepakt. Ik heb me er wel zorgen over gemaakt dat er, voordat ik klaar was, een andere wetenschapper hierover zou publiceren. Dan zou ik in één klap met lege handen staan."

Dat gebeurde niet; Jan Bouw mag nu de afkorting dr voor zijn naam zetten. Met genoegen laat hij een imposant in het Latijn gesteld document zien, de officiële bevestiging dat hij zich doctor in de wiskunde kan noemen. "Wat ik voelde toen ik dit in ontvangst nam? Een mix van opluchting en blijdschap. En ook trots, dat ik dit heb mogen bereiken. Het is, ondanks dat ik het een zeer boeiend onderwerp vind, toch soms wel een strijd geweest." Opvallend bij zijn promotie was zijn leeftijd. "Het is gebruikelijk dat de promotor zegt: 'Het is mij een eer om de jonge doctor als eerste te feliciteren. Dat ging bij mij natuurlijk niet op." De komende tijd gaat Bouw zijn onderzoek verwerken in een wetenschappelijk artikel. "Daar ben ik voor gevraagd, zodat ook andere wiskundigen van mijn werk kunnen profiteren. Daarna kijk ik weer verder. Er is in ieder geval nog meer dan genoeg onontgonnen terrein in de wiskunde om mee aan de slag te gaan."