Doe Mee!-raadslid Carla Fenijn overleden

hoornaar • Carla Fenijn uit Hoornaar, gemeenteraadslid van Doe Mee! Molenlanden, is afgelopen week onverwachts overleden. In oktober 2019 nam zij de raadszetel over van Ruud den Haak uit Streefkerk. Doe Mee! typeert Carla Fenijn als iemand die niet graag op de bühne stond, maar liever achter de schermen opereerde. 'Wij zullen haar kennis, bevlogenheid en sociale hart missen.’

Carla Fenijn kreeg voor de eeuwwisseling landelijke bekendheid vanwege haar niet aflatende verzet tegen de komst van de Betuwespoorlijn. Als woordvoerster van actiegroep Schelluinen Spoorloos stond ze veel in de schijnwerpers. "De aanleg van de Betuwelijn in de jaren '90 is de stomste fout die de politiek toen heeft gemaakt", blikte ze vorig jaar in een interview voor de site van Doe Mee! terug. "Die spoorwegverbinding naar Duitsland hadden ze nooit aan moeten leggen. Dat kost de Nederlandse overheid en dus de burger tot op de dag van vandaag nog honderden miljoenen per jaar. Die aansluiting naar Duitsland is er nog steeds niet. Ik hoor het Hanja Maij-Weggen, de toenmalige minister van Verkeer en Waterstaat, bij een bijeenkomst in Giessenburg nog zeggen: “Alles met Duitsland is geregeld.“ 23 jaar na dato is die aansluiting er nog altijd niet."

De inwoonster van Hoornaar noemde zichzelf in dit gesprek een liberaal: "Ik ben zoals ik ben en zo moeten ze me nemen. Ik ben een liberaal in hart en nieren. Mijn vrijheid houdt op waar die van een ander begint. Dit betekent voor mij dat ik in die vrijheid kan doen en laten wat ik wil, mits ik de vrijheid van die ander niet aantast. Iemand die hard werkt en goed verdient, mag het van mij het beter hebben dan iemand die niet werkt. Maar iemand die niet kan werken, verdient wel een sociaal vangnet."

Dat sociale hart zette ze ook om in daden. Zo zette Carla zich in voor de Stichting OBAF Molenlanden. "Wij helpen mensen met financiële problemen, belastingen en toeslagen. Vluchtelingen, jongeren, ouderen en gezinnen. Leven met financiële problemen is ingrijpend. Als je mensen weer toekomst kan geven, zie ik blije gezichten aan de keukentafel.”