'Laat boerderijwinkels niet uitgroeien tot supermarkten'

Boerderijwinkels blijven toegestaan

vijfheerenlanden • Die extra ruimte zou er bijvoorbeeld in kunnen bestaan uit verruiming van toegestane vierkante meters: van 50 naar 75 vierkante meter, of wellicht nog iets meer.

In het detailhandelsplan van de gemeente staat dat verkoop van bij de boer geproduceerde producten mogelijk blijft als ondergeschikte nevenactiviteit vanuit de ambities van het platteland. “Wel wordt voorkomen dat deze activiteiten verder uitgroeien tot een volwaardige winkel en daarmee de gewenste dagelijkse winkelstructuur negatief beïnvloeden.” De winkels mogen geen concurrent worden van de echte detailhandel in Vijfheerenlandense kernen als Leerdam, Vianen, Meerkerk en Ameide.


Het is volgens wethouder Huib Zevenhuizen geen enkel probleem als boerderijwinkels eigen of in elk geval lokaal geproduceerde producten verkopen. Hij schept daarmee iets meer ruimte dan tijdens de commissievergadering in september, toen ook al over het onderwerp werd gesproken. “Ik zal de boerderijwinkel van de Groene Geer en de kaaswinkel van Van Rossum geen strobreed in de weg leggen.” Maar zo voegde hij er aan toe: “Het wordt anders als er in die winkel ook geïmporteerde producten uit Spanje te koop zijn.”


‘Geen biologische supermarkt’

Volgens de Meerkerkse supermarktondernemer Frans Versteeg moet er gewaakt worden voor versnippering van het aanbod. Als ongelimiteerde grootschaligheid wordt toegestaan, kan dat volgens hem voor de winkels in de kernen erg desastreus zijn. “Ik draag ondernemerschap een warm hart toe. Als je de mooiste appels teelt dan wil je die verkopen ook. Daar kan niemand op tegen zijn. Als er echter geen regelgeving is aangaande oppervlakte en aanbod, dan kan het zo maar betekenen dat de ene na de andere groentewinkel of slagerij 'opplopt' in de polder. Slaat het concept aan, dan denkt de ondernemer: wat kan ik toevoegen? Voor je het weet is de biologische boerderij een biologische supermarkt geworden.”


Versteeg zou het liefste zien dat agrarische ondernemers hun producten gewoon verkopen in een streekwinkel in het kernwinkelgebied.

José van Rossum van kaaswinkel Van Rossum is juist voorstander van korte ketens en vindt het geen probleem als er concurrentie is tussen winkels in het centrum en de boerderijwinkels. “Wij willen juist laten zien dat we onderscheidend zijn. We hebben meer te bieden dan alleen maar kaas. Passanten, toeristen en schoolklassen zien bij ons ook waar het voedsel vandaan komt. Ze komen niet alleen voor de kaas, maar ook voor de beleving. We creëren juist korte ketens.”


Vierkante meters

Van Rossum sprak uit naam van al die agrarische ondernemers die hun producten bij de boerderij aan de man proberen te brengen. Ze vindt dat de regels wel wat verruimd mogen worden, bijvoorbeeld als het gaat om de toegestane aantal vierkante winkelmeters. Die is nu gelimiteerd tot 50, maar vooral in de anderhalvemeter-samenleving zou een verdubbeling naar 100 vierkante meter veel reëler zijn.


Van Rossum vertelde dat ze haar verhaal ook al heeft verteld aan VVD-wethouder Huib Zevenhuizen. “Zonder resultaat, bezwaren worden gewoon weggewuifd.”

Tijdens een vorig debat over het onderwerp had ze gezien dat CDA, D^6, PvdA, GroenLinks, VHL Lokaal ook voor verruiming waren. “Hoe komt het dan dat de regels dan toch niet worden herzien?”


Naast de boerderijwinkels is ook de positie van Leerdam als winkelstad een belangrijk item in het detailhandelsplan. Het onderwerp komt opnieuw aan de orde tijdens de raadsvergadering op dinsdag 15 december (met mogelijke uitloop naar donderdag 17 december).