• Sjors Fröhlich, raadsvoorzitter in coronatijd.
• Sjors Fröhlich, raadsvoorzitter in coronatijd. Foto: André Bijl

‘Meneer Bel u staat open, ga uw gang'

Digitaal vergaderen amusant

vijfheerenlanden • Vooraf maakt burgemeester Sjors Fröhlich de spelregels bekend. Dat kan geen kwaad, want 31 raadsleden moeten het woord voeren, vragen stellen en stemmen zonder dat het systeem vastloopt. De opening verloopt meteen anders. Bij een ‘fysieke’ vergadering verheffen burgemeester en raadsleden zich van hun zetel. Om het beeld voor de kijkers niet meteen in een chaos te veranderen, blijft Fröhlich zitten en vraagt ook de raadsleden dat te doen.

Het kan ‘levendiger’, blijkt uit een rondje in de regio. Bij sommige vergaderingen worden minutenlang alle voorbereidingen in beeld gebracht. Voorzitters installeren en testen hun ingewikkelde apparatuur, terwijl van lieverlee de politici in beeld verschijnen en zich beleefd melden. “Dag Geert, kun je mij horen?” En soms gaat het mis, wat leidt tot een onderdrukt, maar hartgrondig ‘shit’ of fijne dialogen als “Henk zie jij mij? Nee, ik jou nu ook niet meer.”

Ook in Vijfheerenlanden wordt de vergadering binnen een paar minuten bepaald door de digitale werkelijkheid. Tijdens het vaststellen van de agenda wordt André van der Leest hartelijk uitgenodigd om een motie voor later op de avond aan te kondigen. Maar de VVD-er is spoorloos. "Meneer Van der Leest kunt u mij horen”, probeert Fröhlich. "Wij horen en zien u even niet.” Als de poging definitief in schoonheid sterft, gaat Fröhlich naar het volgende raadslid. "Dan misschien meneer Meijdam, ik zie u ook op de lijst staan. U staat open, ga uw gang.” Even later keert Fröhlich terug naar Schoonrewoerd om Van der Leest een tweede kans te geven. Maar als de liberale woordvoerder opnieuw verstek laat gaan, krijgt Hanneke van der Leun het woord. "Mevrouw Van der Leun, ook van de VVD, kunt u ons misschien helpen?” Pas bij het volgende onderwerp duikt Van der Leest weer op. "Ik hoop dat ik nu te zien ben na alle technische trammelant”, bromt hij. Ook Ridvan Elmaci is ‘zoek'. De CDA-er vraagt het woord tijdens het debat over een woningbouwproject, maar komt niet in beeld. "Meneer Elmaci, kunt u uw camera aanzetten? Het is leuk als we u zien”, zegt Fröhlich. De CDA-er incasseert het compliment. "Goed om te horen dat u mij gemist heeft.”

Ook elders valt er genoeg te lachen. Pal voor een stemming bij een buurgemeente steekt een raadslid zijn hand op, maar verdwijnt vervolgens uit beeld. Voor de voorzitter aanleiding de stemming uit te stellen en naar het volgende onderwerp over te stappen. Als tien minuten later de politicus de 'boel' gereset heeft en weer boven water is, krijgt hij het woord. "Ik had eigenlijk niks te zeggen”, bekent de man bedremmeld. Da's humor. Ook de camerastand is goud waard. Van sommige politici zien we voornamelijk de stoppelige onderkin, anderen vullen met hun hoofd het complete beeld en er zijn er ook die de kijkers een kijkje in hun werkvertrek gunnen. Op de achtergrond zijn - al dan niet toevallig - literaire of theologische standaardwerken in een monumentale boekenkast zichtbaar. Anderen tonen schilderijen of Bijbelteksten, terwijl bij politici met kleinkinderen krasserige kindertekeningen en een poster van Buurman en Buurman aan de wand prijken. Harry van Tilburg (Lokaal Alert) steekt met een oud kombordje van Hagestein zijn afkomst niet onder stoelen of banken. En om het helemaal persoonlijk te maken: af en toe verschijnt een ‘partner' in beeld die als ‘hulpe tegenover' man- of vrouwlief voorziet van een vers bakje koffie met een fijn stukje cake. Leuk is dat insprekers en politici soms vergeten dat hun camera ‘open' staat. Terwijl anderen aan het woord zijn, reinigen ze - in de hoek van het scherm - zorgvuldig hun neus of kieperen argeloos de resten van een zakje chips achterover. Hilarisch was het beeld van wethouder Christa Hendriksen die tijdens de ‘spreekbeurt' van collega Huib Zevenhuizen gebeld werd en in de B&W-kamer achter Zevenhuizen een ontspannen gesprek voerde. Zevenhuizen verblikte of verbloosde niet en ging onverstoorbaar verder met zijn verhaal.

De vergadering in VHL gaat verder. Met de nodige technische malheur. Raadsleden echoën, anderen piepen of klinken ‘hol'. "Het geluid is slecht”, constateert Fröhlich. "Ik log even uit en ben zo bij u terug voor de stemming.” Ja, die stemming. Een tijdrovende exercitie die zelden goed gaat. "We zijn er bijna”, zegt Fröhlich. "We missen nog vijf stemmen. Heeft u de stembalk in beeld, anders moet u refreshen.” Even later: "Ik ga nu mensen persoonlijk langs. Meneer Bel bent u voor of tegen? Meneer Bel, ik hoor of zie u niet. Wij zoeken u op, meneer Bel, een ogenblikje. Nu nog de heren Van Dijk en Donker. Waar bent u?” Uiteindelijk komt alles goed en hamert Fröhlich af. Dan blijkt dat een raadsvergadering in coronatijd z'n eigen charme heeft. Sommige raadsleden zwaaien vriendelijk naar de camera: ‘tot volgende week'. Kost zo weinig, geeft zoveel.