Moties over Avri-strop

west betuwe • Er komt een onderzoek naar de ontstane situatie rond de besluitvorming rond de toekomstige overdracht van de Avri-stortplaats naar de provincie Gelderland. De afgelopen maanden werd duidelijk dat de provincie de regio Rivierenland confronteert met een rekening van 10 miljoen euro. Voor de gemeente West Betuwe komt het neer op een bedrag van 2,1 miljoen euro.

Afgesloten stortplaatsen worden overgedragen aan de provincie. Die zal deze plaatsen uit een oogpunt van veiligheid en milieu nog 'eeuwigdurend' (in elk geval 150 jaar) beheren. Om dat te bekostigen storten de exploitanten nu al geld in een Nazorgfonds. Door een verlaging van de rekenrente verwacht de provincie dat er in de toekomst te weinig geld beschikbaar zal zijn. Om dat risico af te dekken krijgen de gemeenten nu een fikse rekening gepresenteerd.


De Avri kan het bedrag van 10 miljoen niet zomaar ophoesten uit eigen reserves en daarom draaien de deelnemende gemeenten op voor de gevolgen. Omdat de afvalstortplaats reeds afgesloten is, kan het geld ook niet meer worden terugverdiend.


De raad van West Betuwe vroeg donderdag in een unaniem gesteunde motie aan de griffie om te onderzoeken in hoeverre de raad tijdig, voldoende en juist geïnformeerd is door het college en de Avri over deze enorme tegenvaller. Bij de beraadslagingen in de Provinciale Staten zijn richting de Avri ernstige verwijten geuit. Vanuit het dagelijks bestuurs van de Avri is gereageerd dat men zich niet kan vinden in de oordeelsvorming van de provincie. In het onderzoek zal ook de vraag worden beantwoord in hoeverre de door de provincie en Avri gebruikte argumenten kloppen.

Gedeputeerde Staten van Gelderland heeft inmiddels aangegeven dat men bereid is om in gesprek te gaan en flexibel te zijn richting de deelnemende gemeenten. In een aparte motie wordt het college verzocht om de uitgestoken hand van GS Gelderland aan te pakken. Doel moet zijn om de financiële gevolgen van de aanpassing van de rekenrente voor de gemeenten te elimineren.