Invloed van coronacrisis op voortgang onderwijs is groot

'Draag alsjeblieft een mondkapje'

leerdam • "De overgrote meerderheid kwam met een mondkapje op binnen, ik denk ongeveer 85 procent", zo laat directeur Arno van Staalduine weten. Donderdag kwam de overheid met het het dringende advies om in het voortgezet onderwijs buiten de les mondkapjes te gaan dragen. Van Staalduine was door niet erg verbaasd over. "Gezien de stijgende aantallen besmettingen, met name ook onder jongere mensen, moet je iets doen. Mogelijk helpen mondkapjes meer voor je gevoel dan dat ze werkelijk helpen, maar ze dragen ook bij aan de bewustwording dat we ons gedrag echt moeten aanpassen. Door elkaar continu met mondkapjes op te zien lopen, word je er steeds weer bij bepaald dat we afstand moeten houden. Dat blijft, naast het handen wassen en thuis blijven bij klachten, toch het belangrijkste."

Op Het Heerenlanden wordt dus gehoor gegeven aan de oproep van de minister. "We geven onze leerlingen en ons personeel het dringende advies een mondkapje te gebruiken, op de momenten dat zij zich door de school bewegen. In de klaslokalen hoeft het mondkapje niet op, en als een leerling in een pauze of tussenuur ergens is gaan zitten, mag het ook af." Het is echter ook duidelijk wanneer het mondkapje op moet: "Als je door de gangen loopt, naar je les of er juist vandaan, dan doen we een beroep op het verantwoordelijkheidsgevoel van iedereen: voor je eigen gevoel van veiligheid, en voor dat van een ander: draag alsjeblieft een mondkapje."

Overigens werden mondkapjes al voor het landelijke advies gebruikt op de school in Leerdam, bij verschillende lessen. "Met name bij practica, waar de docenten en de technische onderwijsassistenten vaak dicht bij de leerlingen, ruim binnen de anderhalve meter, moeten staan om hen goed te begeleiden."

Meer er zijn veel meer maatregelen genomen om de verspreiding van het virus tegen te gaan vertelt Van Staalduine. "We hebben al vanaf het begin van het schooljaar tal van maatregelen genomen om de kansen op besmetting op school te beperken. We werken nu met vier in plaats van twee pauzes per dag. De helft van de leerlingen heeft op hetzelfde moment pauze, waardoor zij veel meer ruimte hebben in de aula en de hal dan normaal het geval is. We hebben daarbij afgesproken dat leerlingen alleen op de begane grond pauzeren. Zo hebben de personeelsleden de mogelijkheid om zich via de eerste en tweede verdieping van lokaal naar lokaal te begeven, zonder leerlingen tegen te komen. Daarnaast hebben we de inrichting van de lokalen, waar dat mogelijk was, aangepast. De leerlingen zitten tijdens de les niet meer vlakbij het bureau van de docent, en er is een breed looppad van de deur naar het bureau gemaakt. Allemaal om afstand te kunnen houden."

De invloed van de coronacrisis op de voortgang van het onderwijs is groot, daar maken Van Staalduine en zijn collega's zich zorgen over. "Het is vooral lastig om de school 'organiseerbaar' te houden. Er zijn elke dag een paar docenten die geen les kunnen geven omdat ze getest moeten worden, of wachten op een uitslag. In een aantal gevallen kan ook vanuit huis online les worden gegeven, maar dan is er een onderwijsassistent nodig die bij die les gaat zitten, om de orde te bewaren. Die assistenten hebben we niet, die zijn we nu aan het werven. Maar daarnaast is er ook het probleem van leerlingen die getest moeten worden als ze klachten hebben, of thuis moeten blijven omdat er iemand in het gezin positief getest is. Vorige week ging dat om een kleine 10 procent van de leerlingen, ongeveer 80. Voor de meeste leerlingen gaat het dan om een kleine week waarin ze afwezig zijn. Er is dan afgesproken dat vanaf de tweede dag van hun afwezigheid zij in de gelegenheid worden gesteld hun lessen thuis online te volgen. Lastiger wordt het bij de toetsen, die kunnen thuis niet gemaakt worden. We voorzien een stevige uitdaging om alle inhaaltoetsen georganiseerd te krijgen. Zeker als het nog erger wordt met het aantal afwezigen, als ook de griep in de herfst zijn tol gaat eisen."