• Pete  Hoekstra, ambassadeur van de Verenigde Staten bezocht het WO2 Vliegeniers Museum in Fort Vuren.
• Pete Hoekstra, ambassadeur van de Verenigde Staten bezocht het WO2 Vliegeniers Museum in Fort Vuren. Foto: Archief Het Kontakt

Waardering uit buitenland voor activiteiten Vurens museum

Ondanks ‘corona’ veel hoogtepunten

vuren • Nu het museum vanwege de overwintering van vleermuizen in het fort zijn deuren tijdelijk heeft gesloten, maakt voorzitter Peter den Tek de balans op. “We zijn blij met alle dingen die wel zijn doorgegaan.” Net als veel andere musea en verenigingen wilden Den Tek en ‘zijn’ vrijwilligers uitpakken met tal van activiteiten rond het thema ‘75 jaar bevrijding’. Maar het virus gooide roet in het eten. “Zo’n tachtig nabestaanden van de Geallieerde vliegeniers die we in ons museum gedenken, zouden naar Vuren komen. Het was een hele operatie en iedereen keek er enorm naar uit. Er zijn de afgelopen jaren innige banden tussen ons museum, onze vrijwilligers en de familieleden ontstaan. Heel spijtig dat de herdenking niet door kon gaan. Hopelijk kunnen we volgend jaar wel bij elkaar komen.”
Daarnaast werden interactieve lessen aan basisscholen geschrapt, ging de fietstoer langs de Herinneringsroute WO2 van een groep Engelsen en Amerikanen niet door en werd de jaarlijkse Fly-over van de agenda gehaald. “Bovendien gingen we een paar maanden later open dan gepland. En ook toen we wél geopend waren, was een bezoek aan het museum door de maatregelen lastiger dan anders. Voorgaande jaren trokken we 7.000 bezoekers, nu bleven we steken op 2.500. We vragen geen entree en zijn niet afhankelijk van betalende bezoekers, maar het is natuurlijk veel leuker als het gezellig druk in het museum is."

Ambassadeur

Toch waren er ook tal van hoogtepunten. “De opening op 1 juni werd verricht door de Amerikaanse ambassadeur Pete Hoekstra en zijn echtgenote. Bij die gelegenheid schonk de ambassadeur ons een handschoen van een Amerikaanse vliegenier. Die was afkomstig van een van de bemanningsleden van de B-17 bommenwerper die op 30 juli 1943 bij Opijnen is neergekomen.” Volgens Den Tek is Hoekstra erg betrokken bij het museum. “Op 4 juli, Onafhankelijkheidsdag, werd een Amerikaanse vlag – geschonken door de familie van vliegenier Robert Martin – ceremonieel opgevouwen door Amerikaanse militairen. Ze doen het anders dan wij en wilden laten zien hoe het precies moet. Ook toen was hij aanwezig.” Bovendien kreeg het museum er de afgelopen periode een paar pronkstukken bij, zoals de Rolls Royce motor van een Mosquito die begin 1945 bij Amsterdam werd neergehaald. “De motor lag al die jaren in de grond. We hebben ‘m opgehaald en schoongemaakt en een ereplaats in ons museum gegeven. Ook hebben we nabestaanden van de omgekomen vliegers opgespoord.” Daarnaast kreeg het museum een subsidie van 25.000 euro van de Amerikaanse ambassade. “Het geld is bedoeld ter bevordering van educatieve projecten. We gaan de bestaande herinneringsfietsroute uitbreiden, herinneringsborden plaatsen, een educatief programma voor het voortgezet onderwijs opstellen en documentaires maken.” En eind september legde Lyndal Walker, ambassadeur van Nieuw-Zeeland, de laatste hand aan het schilderij dat vrijwilliger Gerrit Kok maakte van de in januari 1945 omgekomen vliegenier Jack Lunn. “Zo wordt de band tussen beide landen versterkt.”
Het is opmerkelijk hoeveel contacten het museum onderhoudt met hoogwaardigheidsbekleders en nabestaanden uit het buitenland. “Er gaat geen week voorbij of we spreken met familieleden of ambassades die informatie willen. Dat geldt ook voor toeristenbureaus uit Engeland en de Verenigde Staten die veel interesse hebben voor onze fietstocht. Men heeft er veel respect voor dat er 75 jaar na de oorlog zoveel aandacht aan de Geallieerde oorlogsslachtoffers wordt besteed.”
Op 1 april gaat het museum weer open. De vrijwilligers blijven bezig om de collectie uit te breiden. Inmiddels wordt er ook aandacht besteed aan vliegeniers die elders in het Rivierengebied om het leven zijn gekomen, terwijl er volop plannen zijn voor nieuwe documentaires en educatieve programma’s. “We kijken uit naar het nieuwe seizoen. Er is veel werk te doen. Vrijwilligers die ons hierbij willen helpen, zijn van harte welkom.” Belangstellenden kunnen zich aanmelden bij secretaris@egvl.nl.