Zonnepark: waar mag het wel, waar niet?

west betuwe • Er liggen bij de gemeente West Betuwe 31 verzoeken om zonneparken te realiseren. Tot nu was er geen beleidskader waaraan deze initiatieven konden worden getoetst. Na vaststelling door de raad is zo'n kader er nu wel.

Belangrijkste uitgangspunt is dat mooie landschappen, natuur, landbouwgrond en dorpsranden zoveel mogelijk worden ontzien. Op zogenaamde 'aangewezen gebieden' is veel meer mogelijk. Gedacht wordt aan gebieden langs de hoofdinfrastructuur A2, A15 en de Betuweroute. Maar ook aan zogenaamde pauzegronden. Dit zijn gronden die bestemd zijn voor bijvoorbeeld industrieterrein (Hondsgemet Noord en Kerkewaard) of sport, maar die door omstandigheden niet binnen een termijn van minimaal 15 jaar niet gerealiseerd gaan worden De gemeente wil bijvoorbeeld meewerken aan de realisering van een zonnepark bij golfterrein The Dutch. Verder wordt deze raadsperiode geëxperimenteerd met zon als teelt-ondersteunende voorziening.


Inpassingsplan

Zonnepark-landschappen kunnen een (visueel) negatief effect hebben op het landschap, erkent het college. "Maar dit effect kan verzacht worden door bij de inpassing rekening te houden met de beleefbaarheid en karakteristiek van het landschap en van eventuele monumentale of karakteristieke bebouwing. Ook kunnen maatregelen worden genomen om deze elementen te versterken. Dit alles moet worden beschreven in een landschappelijk inpassingplan. Daarin wordt ook aangegeven welke onderdelen gehandhaafd zouden moeten blijven indien de zonnepanelen na verloop van tijd worden opgeruimd. Zonneparken in de Nieuwe Hollandse Waterlinie zullen altijd worden getoetst door de provincie en door de monumentencommissie. In een natuuronderzoek moet het effect op de bodem (licht, water, verdichting) of op de ecologische waarde worden beschreven. Negatieve effecten moeten worden gecompenseerd. "Dat hoeft niet per definitie op de locatie zelf, maar wel binnen de grenzen van West Betuwe."


Van elk gerealiseerd initiatief wordt een verplichte bijdrage gevraagd van minimaal 50 cent per Mwh aan een Gebiedsfonds, vergelijkbaar met het fonds dat in het leven is geroepen bij de windparken Deil en Avri. In een participatieplan wordt beschreven hoe gewerkt is en/of gaat worden aan draagvlak/acceptatie en betrokkenheid van direct omwonenden en andere belanghebbenden, bijvoorbeeld bij ontwerp en inrichting van het zonnepark.