Dorpshuizen en wijkgebouwen VHL: ‘Een zegen en een last’

meerkerk • Politiek Vijfheerenlanden vindt dat de gemeente in grote mate verantwoordelijk is voor een neutrale ontmoetingsplaats – een dorpshuis of wijkgebouw dat voor iedereen toegankelijk is – in de dorpen en wijken van de gemeente.

In totaal staan er 24 dorpshuizen en wijkgebouwen in Vijfheerenlanden. Een deel is eigendom van de gemeente, andere gebouwen worden beheerd door stichtingen, verenigingen of particulieren. De huur en pacht die betaald worden en de subsidies die de gemeente verleent, lopen sterk uiteen. Dat komt door de regelingen en afspraken die de voormalige gemeenten Leerdam, Vianen en Zederik maakten. Vijfheerenlanden wil de regeling voor dorpshuizen en wijkgebouwen onderbrengen in een nieuwe subsidieverordening. Wethouder Christa Hendriksen vroeg de commissie Welzijn, Onderwijs en Sport vorige week om advies. “Er bestaan enorme verschillen. Wat willen we daarmee? Pas als dat duidelijk is, zetten we de volgende stap. U helpt ons door zo concreet mogelijk te reageren. Alles is mogelijk.”

De fracties verschaften duidelijkheid over de vier opties die varieerden van: ‘de gemeente is niet verantwoordelijk’ tot ‘de gemeente is geheel verantwoordelijk voor een neutrale ontmoetingsplaats in elke dorp of elke wijk’. De meeste fracties kozen voor ‘in grote mate verantwoordelijk’. Alle woordvoerders benadrukten het belang van de dorpshuizen, maar wezen ook op de verantwoordelijkheid van de inwoners. “Het behoud van de dorpshuizen is essentieel voor de sociale cohesie. We moeten waar mogelijk bestaande faciliteiten handhaven. Anderzijds is het belangrijk dat de dorpshuizen en wijkgebouwen gedragen worden door inwoners die zich inzetten om zo’n locatie levendig te houden”, zei Martine Visser (CDA). De fracties wezen erop dat het bijna onmogelijk is het beleid gelijk te trekken. “Het is een zegen dat bijna elke kern zo’n ontmoetingsplek heeft, maar wat een last om ze te harmoniseren”, vond Wim van Dijk (VHL Lokaal). Ook SGP-er Dick den Hertog constateerde dat dat niet mee zal vallen. “De drie voormalige gemeenten hanteerden volkomen andere uitgangspunten.” De oplossing volgens meerdere fracties: maatwerk voor elk dorpshuis, waarbij de suggestie werd gedaan de voorzieningen in groepen in te delen en per ‘cluster’ beleid te ontwikkelen. Jan van Beuzekom (CU) wees erop dat zo’n neutrale ontmoetingsplaats niet per se een dorpshuis hoeft te zijn. “Voor mij is de kerk het hart van de wijk. Voor een ander kan het de school zijn, of de supermarkt of sportvereniging." D66-voorman Klaas de Zwaan stelde voor te kijken naar de functie die een dorpshuis heeft en wilde daarover met de stichtingen in gesprek. “We moeten terug naar de basis. Anders blijft het beleid willekeurig.” De Zwaan kreeg steun voor zijn voorstel, al voorspelde Wim van Dijk dat dat een hele klus wordt. “Iedereen heeft daarover zijn eigen gedachte. Lastig om bij elkaar te komen.” Wethouder Hendriksen was blij met de resultaten van de discussie. Antwoord op haar vraag hoeveel het nieuwe beleid mag kosten kreeg ze niet: de woordvoerders hielden op dat punt hun kruit voorlopig droog.