• Bruun is aangereden, ook wethouder Huib Zevenhuizen schiet te hulp.
• Bruun is aangereden, ook wethouder Huib Zevenhuizen schiet te hulp. Foto: André Bijl

Gemeente, Veilig Verkeer en politie besteden aandacht aan 'Dag zonder verkeersoden'

'Steek zo voorzichtig mogelijk over'

leerdam • “Daarom leren jullie vandaag hoe belangrijk het is om goed uit te kijken als je oversteekt. En ook voor automobilisten hebben we een boodschap. Die moeten niet te hard rijden. Geef dat maar door aan je ouders, broer en zus.” Zo opende wethouder Huib Zevenhuizen woensdag de ‘Edward-dag’, de European Day Without a Road Death. Gemeente, VVN en politie organiseerden voor zo'n 60 leerlingen van basisscholen de Sterrenkijker en Floris Radewijnsz een demonstratie. “En dat is hard nodig, want er wordt hier veel te hard gereden”, zegt wijkagent Marcel van Nieuwpoort.

Intussen is VVN-medewerker Frank Delsink begonnen met de les. Eerst gaat hij in gesprek met de leerlingen. “Wat kun je zelf doen aan je veiligheid?” De jeugd heeft het antwoord paraat: “Goed uitkijken en goed luisteren.” Al wordt dat laatste bij elektrische auto’s steeds lastiger. “Ze zijn goed voor het milieu, maar je hoort ze niet aankomen.” In het gesprekje blijkt duidelijk hoe hard er in Leerdam gereden wordt. “Ik woon aan het Recht van ter Leede. Laatst scheurde er iemand voorbij, die reed wel 100 kilometer.” En een ander: “Mijn broer is aangereden door een auto. Die vent zat op z’n telefoon te kijken.”

Dan is het tijd voor actie. Delsink gaat een noodstop maken. “Dat betekent dat je ineens keihard moet remmen”, legt een leerling uit. Drie ‘collega’s’ zetten pionnen neer waar ze verwachten dat de bestuurder zijn bolide parkeert. Delsink houdt zich aan de voorgeschreven 30 kilometer – ‘stapvoets zou nog beter zijn’ – en stopt royaal voor de pionnen. “Zo, dat doet-ie goed”, vindt de jeugd. Een noodstop met een snelheid van 50 kilometer vergt al heel wat meer meters. “En dan zijn we de reactiesnelheid nog vergeten”, zegt de VVN-medewerker. “Elke bestuurder heeft tijd nodig voor hij remt. Hoeveel seconden is dat?" De leerlingen mikken op één, twee of drie seconden. “Bij mijn vader duurt het zeker vijf seconden”, weet een kereltje zeker. “Gemiddeld is het een seconde. Bij 50 kilometer per uur is dat ongeveer veertien meter”, legt Delsink. Hij schotelt de leerlingen nog één 'demo' voor. Dat wordt meteen de spectaculairste van de dag. “Ga je 100 rijden?”, hoopt een leerling. Maar 50 vindt Delsink hard zat. “Maar pas op, ik ben afgeleid. Ik zit op mijn telefoon te kijken.” Om de spanning op te voeren, wordt teddybeer Bruun op het asfalt van de Drossaardslaan gezet. De vraag is: komt het beertje er zonder kleerscheuren af? “Allemaal achteruit.” Delsink komt een fractie te laat tot stilstand en Bruun verdwijnt onder de bumper. De jeugd is onder de indruk, maar de schrik is snel voorbij. “Waar blijft de ziekenwagen?", vraagt een grapjas. “Dit is vervelend voor Bruun, maar het is veel erger als een van jullie hier ligt”, zegt Delsink die wil weten of de leerlingen een leuke morgen hebben gehad. “Nou en of”, is het antwoord. “Nog belangrijker: onthoud de les. Steek voorzichtig over, zorg dat je geen ongeluk krijgt.”