• Nannie werkte een paar maanden vrijwillig als verloskundige in Bangladesh.
• Nannie werkte een paar maanden vrijwillig als verloskundige in Bangladesh.

Twee maanden vrijwilligerswerk in Bangladesh

Doen wat je hand vindt om te doen

Diverse echo's en controles, een baby shower of een 'gender reveal party': in Nederland is zwanger zijn één groot feest en wordt er goed voor moeder en kind gezorgd. Hoe anders is dat in een land als Bangladesh en al helemaal in de vluchtelingenkampen. Verloskundige Nannie van Iperen uit Heukelum kan meepraten over de verschillen: zij werkt in de Verloskundigenpraktijk in Leerdam, maar vertrok in januari naar Bangladesh om daar vrijwilligerswerk te doen voor de Amerikaanse organisatie Hope for Bangladesh. "Het meest bijzondere van mijn verblijf daar vond ik de veerkracht van de mensen. De mindset is er totaal anders: lijden en sterven horen er veel meer bij het leven."

Als verpleegkundige reisde Nannie vanaf jaren tachtig regelmatig naar ontwikkelingslanden als Somalië, Pakistan en Thailand. In Engeland liet ze zich omscholen tot verloskundige waarna ze nog een aantal jaar in onder andere Cambodja aan de slag ging. In 2001 zette Nannie weer voor langere tijd voet op Nederlandse bodem en kon ze bovendien als verloskundige aan de slag in de praktijk in Leerdam. "De laatste jaren was ik mantelzorger voor mijn moeder, maar het verlangen om er weer op uit te gaan was er ook. Na het overlijden van mijn moeder kwam er ruimte om me weer vrijwillig in te zetten voor een hulpverleningsorganisatie in het buitenland. Dat verlangen heeft voor mij een diepere motivatie: je leeft je leven niet alleen voor jezelf, je mag je gaven en talenten juist ook gebruiken om een ander op weg te helpen." Soms voelt dat als een druppel op een gloeiende plaat, zo ervoer de verloskundige in Bangladesh. "Maar je moet ergens beginnen en je doet wat je kan doen. En dan is het te hopen dat het zich uiteindelijk, ook door het doorgeven van kennis, als een olievlek zal verspreiden."

Hope for Bangladesh was op zoek naar vrijwilligers die de afgestudeerde verloskundigen in het kamp, waar bijna een miljoen uit Myanmar gevluchte Rohingya verblijven, konden helpen praktijkervaring op te doen. "Wat er gevraagd werd paste wel bij mij: een combinatie van verpleeg- en verloskunde, bovendien heb ik in Thailand ook al eens in een vluchtelingenkamp gewerkt. Daar had ik dus ook al ervaring mee. Ik heb mijn CV opgestuurd en de volgende dag kreeg ik al reactie dat ik vanaf januari aan de slag kon." Hoewel Nannie ervaring heeft met reizen en werken in ontwikkelingslanden, vond ze het toch spannend om op pad te gaan: "Het was twintig jaar geleden, maar goed: ik ben inmiddels ouder en meer ervaren. Bovendien was ik al eerder in een moslimland, dus ik wist wat me te wachten stond. Je moet je voegen naar de samenleving, meebewegen en flexibel zijn. En het is prima gegaan. Natuurlijk zijn dingen anders: de mannen moeten bijvoorbeeld toestemming geven voor een keizersnede bij hun vrouw. Soms is het lastig werken. Als je een man vraagt of hij bloed wil geven omdat zijn vrouw dat nodig heeft, dan kan het zijn dat hij 'nee' zegt. Omdat hij dan, omdat hij dan zelf verzwakt zou raken. Dat is tenenkrommend: dat zo'n vrouw in zo'n geval soms dood bloedt."

Een groot deel van de vrouwen die Nannie in Bangladesh zag, zijn in de bergen opgegroeid en niet geschoold. "Veel wordt gedaan door de traditionele vroedvrouw. Prima, de natuur regelt het in principe zelf. De problemen beginnen als er complicaties optreden. Dan wordt er vaak lang gewacht met hulp zoeken en is het soms te laat. Of zijn vrouwen bijvoorbeeld blijvend incontinent waardoor ze uiteindelijk verstoten worden. Daarin moet je die traditionele vroedvrouwen dus sturen, maar dan moet je je ook beseffen dat het doen van die bevallingen ook hun inkomen is: ze krijgen er rijst voor, of een kip. Je moet hen dus betrekken bij wat je doet, maar ook hun inkomen op een of andere manier compenseren.”

Het begeleiden van zwangere vrouwen en hun bevallingen is in Bangladesh heel anders dan in de praktijk in Leerdam. “Allereerst zijn de vrouwen vaak een stuk jonger. Officieel mag er pas getrouwd worden op 18-jarige leeftijd. Maar vaak worden de meisjes uitgehuwelijkt als ze een jaar of 13, 14 zijn. De reden is simpel: het is een mond minder om te voeden. En waar de aanstaande moeders in Nederland een eerste echo krijgen in de achtste week van de zwangerschap, is het in Bangladesh gokken. Dan staat er ineens een dame met een dikke toeter voor je neus en gok je, aan de hand van het antwoord op je vragen, in welke week ze ongeveer zal zijn.”
Nannie heeft de maanden in Bangladesh ook gezien als tijd van reflectie. “Ik heb het als een ontspannen tijd ervaren: je stroomt ergens in en doet wat je hand vindt om te doen. Ik heb bijvoorbeeld ook muren staan sauzen en, dankzij de duizend euro die de kerk in Heukelum had ingezameld, hebben we verloskamers op kunnen knappen. Maar je bent er vooral bezig met de meest basale zorg. Niet met protocollen, vergaderen en administratieve taken. Je bent vooral blij als een vrouw überhaupt al op controle komt.”