Sloten en dijken anders gemaaid

regio • Een sloot voert water af en aan. Een dijk houdt water tegen. Dat blijven ze doen, maar Waterschap Rivierenland gaat tegelijk in sloten en op dijken meer ruimte bieden aan flora en fauna. Maaien wordt maatwerk voor biodiversiteit.

Voor zowel de rivierdijken als de grote vaarten en weteringen heeft het waterschap de ambitie om de soortenrijkdom te behouden en waar mogelijk te vergroten. Met oog voor waterhuishouding, veiligheid, efficiëntie en wet- en regelgeving. “We hebben als waterschap de taak en ambitie de biodiversiteit te behouden. En uit te breiden waar veel kansen liggen”, zegt Hennie Roorda, heemraad waterveiligheid. “Vorige week heeft het bestuur daar ook bij de dijken vol overtuiging voor gekozen.” Een jaar geleden viel een vergelijkbaar besluit al voor sloten. De aanpak wordt gefaseerd ingevoerd.

Het waterschap onderhoudt zelf de A-watergangen: dat zijn de grootste en belangrijkste vaarten en weteringen in een gebied. De kleinere sloten worden onderhouden door eigenaren van de grond die eraan grenst: boerenland, gemeentegrond, particuliere tuinen. Bij rivierdijken is het waterschap veelal eigenaar, het maaien verschilt ook hier: de grasmat wordt onderhouden door aannemers, natuurverenigingen, schapenhouders en particulieren.

Het groeiseizoen (1 april–1 oktober) en het broedseizoen (15 maart–15 juli) zijn belangrijke kaders uit de Wet Natuurbescherming. In het groeiseizoen laat het waterschap voortaan onder water minstens een kwart van de planten staan en in het broedseizoen is dat de helft van de planten op de oever. Er wordt natuurvriendelijker materieel ingezet. Maaisel wordt zo veel mogelijk uit het water gehaald. Op de dijken gebeurt dat laatste al jaren, waardoor de grond verschraalt. In de komende jaren worden onderhoudscontracten vernieuwd en een ecologisch werkprotocol ingevoerd.

De A-watergangen gaan voortaan met minstens een begroeide oever de winter in, niet meer ‘kaal’. Daarnaast is er bij het maaien van natuurvriendelijke oevers meer aandacht voor planten onder water. Door op dijken soms vroeg te maaien, krijgen bijzondere gras- en kruidensoorten een kans. Op steeds meer dijken zal het ene en andere talud na elkaar gemaaid worden. Door zowel sloten als dijken gefaseerd en in delen te maaien, hebben planten de kans om zaad te verspreiden en kunnen insecten altijd een habitat vinden.

Heemraad Roorda nodigt de inwoners van het rivierengebied uit die dijken eens met andere ogen te gaan bekijken. Volgens haar is het binnen de beperkingen van de coronamaatregelen goed mogelijk om de dijken te bezoeken. “Vergelijk dan eens de verschillende graslanden met elkaar en ontdek de indrukwekkende verscheidenheid die er nu al is. We wonen echt in een uniek landschap met enorme kansen!”

Op 15 juni 2020 start Waterschap Rivierenland met de controle van het onderhoud van de dijken in het hele rivierengebied. Ook de boezemkades en de kanaaldijken in de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden worden gecontroleerd. Dit wordt de ‘schouw’ genoemd. Dijkbeheerders controleren of de particuliere percelen aan de dijk gemaaid zijn. Maaien bevordert een stevige grasmat, zodat de dijken goed bestand zijn tegen het rivierwater bij hogere waterstanden. Ook zijn schades beter te vinden als de dijk gemaaid is.