Afbeelding

Laatste ooggetuigen

Gisteren reed ik tijdens de avondspits over een verlaten A2. Ik had het huis van mijn oude vader gepoetst omdat de thuiszorg had laten weten dat er wegens te veel zieken voorlopig niemand meer kon komen. Even dacht ik dat het zo rustig was door de 100 km borden, maar die stonden natuurlijk altijd al op dat traject. Het was het Coronavirus dat de ongekende rust op de snelweg veroorzaakte.

Op de radio hoorde ik hoe drie eensgezinde ministers na een overleg met werkgevers en werknemers, een geruststellende boodschap mijn auto in slingerden: er was genoeg geld! Hoe ze aan het geld kwamen vertelden ze niet, wel wat er mee zou gebeuren: het zou eerlijk worden verdeeld onder ons allemaal zodat de economie door kon draaien en er geen bedrijven zouden omvallen of mensen ontslagen moesten worden. Dan konden we zodra Corona (is het een haar, een het, een hem?) was verslagen weer doorgaan. Dat was de kern van de boodschap. Ik schakelde van radio naar cd-speler en terwijl Italiaanse barokmuziek onbeschermd langs mijn gezicht en door mijn haren gleed, zag ik mijn vader weer zitten in zijn stoel. Stil keek hij voor zich uit toen ik op gepaste afstand langsliep met stofdoek en wasmand. Ik vroeg hem waar hij aan dacht. Wat hij vond. Of hij bang was. Hij vouwde zijn handen. "Het voelt alsof het weer mei 1940 is", zei hij zacht, "een onzeker, onbestemd gevoel. Dat je niet weet wat er gaat gebeuren, dat je elke dag iets moet inleveren: je radio, je fiets, je vrijheid."

De generatie van mijn vader heeft de wereld helpen opbouwen na de oorlog en nu behoort diezelfde generatie tot de meest kwetsbare groep ouderen die in eenzaamheid moet wachten wat de toekomst nog zal brengen. Zouden zij blij zijn met die zak geld van de ministers?
Mijn vader heeft al gezegd dat hij zijn bed op de intensive care zal afstaan aan een jongere als het virus hem komt halen. Maar … wie gaat ons dan nog vertellen dat er een meisje uit zijn klas werd afgevoerd en nooit meer terugkwam? Dat er in Amsterdam een groep mensen met koffers voor de schouwburg stond toen hij daar langsfietste. Wat als dit virus straks het geheugen heeft gewist van de laatste ooggetuigen?

Toen ik het grindpad van mijn huis opreed bleef ik een poosje zitten. Dankzij het virus had ik tijd 'over'. Gelukkig was de muziek nog niet afgelopen.

Lydi Groenewegen, Herwijnen