• Haas de Groot in gesprek met de deelnemers aan de raadsavond.
• Haas de Groot in gesprek met de deelnemers aan de raadsavond. Foto: André Bijl

Vijf tot acht procent van inwoners West Betuwe is laaggeletterd

Laaggeletterdheid altijd dichtbij

geldermalsen • Doel van deze bijeenkomst was de raad te informeren over de 'impact' van laaggeletterdheid en te kijken welke rol de gemeente kan spelen. Wethouder Rutger van Stappershoef liet weten dat West Betuwe met vijf tot acht procent laaggeletterden niet slecht scoort in de regio. Hij stelde vast dat laaggeletterden die beter leren lezen en schrijven sociaal actiever worden en zich redzamer en gelukkiger voelen. "De gemeente is daarbij afhankelijk van anderen. Het is belangrijk dat we laaggeletterdheid signaleren én we de mensen motiveren om een taaltraject te doen. Dat is een grote uitdaging, want de drempel is vaak hoog", aldus de wethouder die liet weten dat er hard gewerkt wordt aan een nieuw regionaal taalakkoord.

Volgens Haas de Groot van de Stichting Lezen & Schrijven hebben laaggeletterden moeite met lezen en schrijven én rekenen en heeft dat gevolgen voor hun digitale vaardigheden, zoals het sturen van appjes en mailtjes. Gemiddeld gaat het om elf tot dertien procent van de beroepsbevolking, West Betuwe steekt daar met vijf tot acht procent gunstig bij af. "Dat zijn 1.600 tot 2.800 inwoners, als we daar de ouderen bijtellen, komen we op zo'n 3.000 laaggeletterden." Ze benadrukte dat het merendeel van de laaggeletterden van autochtone afkomst is - met Nederlands als moedertaal - en betaald werk verricht. "Maar ze vinden het lastig om zich te redden. Vaak weten ze hun problemen op een slimme manier te verbergen. Dan zeggen ze tegen een collega: 'Vul jij dat formulier even in, dan ruim ik de rommel op'." De meeste laaggeletterden lopen tegen problemen aan. "Ze vinden brieven van gemeente en belastingdienst moeilijk, doen niet mee aan cursussen en solliciteren niet. Ze krijgen vaker een uitkering en hebben vaker langdurige schulden." En ook voor de gezinssituatie heeft het gevolgen: "Het is lastig om de kinderen voor te lezen of te helpen met hun huiswerk." Remedie volgens De Groot: "Laaggeletterden door cursussen verder helpen, terwijl ook de maatschappij een stap kan zetten door eenvoudiger te communiceren." Lisanne van Iterson van Bibliotheek Riverenland vertelde wat de 'bieb' doet op dit gebied. Een tip: "Het voorlezen van baby's loont. Veel ouders wachten tot hun kinderen twee of drie zijn, maar baby's die voor hun achtste maand worden voorgelezen, scoren beter met taal, lezen en hun woordenschat."

Welmoed Homan liet weten dat steeds meer laaggeletterden de weg naar het Digi-Taalhuis weten te vinden. "Deelnemers krijgen meer leesplezier en zelfvertrouwen en worden mondiger. Ze worden sociaal vaardiger en hun computervaardigheid verbetert. Een deelnemer heeft onlangs op Marktplaats stoelen verkocht. Soms zeggen mensen: 'ik ben al oud, het lukt niet meer'. Maar er gebeuren 'wonderen', prachtig om dat mee te maken." Deelnemers vertelden waarom ze naar het Digi-Taalhuis gingen: "Ik dacht: dit is mijn kans. Ik wilde mijn kleinkinderen voorlezen. En ik ga vooruit. Ik krijg er steeds meer lol in."

In de vragenronde vroegen aanwezigen zich af hoe gevoelig 'de gemeente' is op het herkennen van laaggeletterdheid. Volgens De Groot en Van Iterson moet het vanzelfsprekend worden om daar alert op te zijn. "Net als bij huiselijk geweld. We moeten leren vragen: 'Heeft u last van de brief die ik heb geschreven'?" De Haas: "We vinden het heel normaal om een cursus Engels of een computercursus te volgen. Dat moest straks ook gelden voor een cursus lezen of schrijven." De zaal vroeg zich af of de gemeente voldoende is toegerust om die ontwikkeling te begeleiden. Van Stappershoef: "Het Digi-Taalhuis wordt verlengd en er is veel winst te halen door het creëren van een goed netwerk met instanties die laaggeletterden over drempel heen helpen om cursussen te gaan volgen. Zo'n argument dat mensen dan hun kleinkinderen voor kunnen lezen, kan net voor zo'n stap zorgen."