‘Eenduidig woningbouwbeleid’

krimpenerwaard • VGBK-fractievoorzitter Willem Schoof heeft bij RTV Krimpenerwaard een oproep aan overheden gedaan om het beleid voor het bouwen van woningen beter op elkaar af te stemmen. “Doel is om woningbouw sneller te realiseren dat nu het geval is.”

De roep klonk onder andere tijdens de masterclass voor jongeren 'Alles is Politiek’. Schoof: “Hierin was de oproep aan de lokale politici helder voor wat betreft woningbouw in de gemeente Krimpenerwaard.”

Het bouwen van woningen stagneert in de visie van Schoof doordat overheden verschillende criteria hanteren: “Zo is de provincie Zuid-Holland terughoudend in haar beleid voor woningbouw aan de randen van woonkernen. Vanuit de landelijke politiek klinkt echter steeds meer de roep voor juist meer woningbouw om op deze wijze de leefbaarheid en vitaliteit van het platteland te waarborgen.”
Het bouwen van woningen is weerbarstig, stelt Schoof: “De zogenaamde inbrei-locaties leveren onvoldoende woningcapaciteit op. Daarnaast heeft het volbouwen van woonkernen een negatief effect op de leefbaarheid.”

Grondposities
Het transformeren van bedrijfsterreinen naar woningen is een mooi middel om een bijdrage aan de woningbehoefte te leveren, vindt Schoof: “De projecten in Haastrecht (Galgoord) en Schoonhoven-Noord zijn daar mooie voorbeelden van. Grondposities spelen in deze ontwikkelingen wel een cruciale rol. Het realiseren van woningen op gronden in eigendom van de gemeente is minder duur dan woningen die gebouwd moeten worden op niet-gemeentegrond. Dit soort locaties komt ook de doorstroming ten goede, zodat de woningen die achtergelaten worden beschikbaar zijn voor nieuwe bewoners.”

VGBK onderschrijft particuliere initiatieven voor het bouwen van woningen -zoals CPO-woningen en tiny houses- , maar ook hier is de bouwpraktijk weerbarstig, vindt Schoof: "Dit onderschrijft nogmaals de oproep om het beleid van woningbouw op elkaar af te stemmen en duidelijk aan te geven wat wel is en wat niet mogelijk is. Alleen op deze wijze kan een gemeente het verwachtingspatroon op een realistische wijze invullen.”