Krimpenerwaard: uniform beleid horecabedrijven in buitengebied

Zorgen omtrent botsende belangen

krimpenerwaard • De VVD-fractie stelde bij monde van Ruud van der Wilt 'blij te zijn met het stuk dat mensen de kans geeft te ondernemen in het buitengebied: "Anderzijds mag het niet ten koste gaan van het woongenot in de omgeving”. Eric Koelewijn (SGP): “Wij vinden het belang van rust en wonen groter dan het belang van horeca-initiatieven in het buitengebied. Waar kunnen omwonenden op terugvallen als er overlast wordt ervaren?”

Volgens burgemeester Roel Cazemier zijn de belangen van betrokkenen goed geborgd in het stuk, maar ook in bestaande procedures. “Bij nieuwe initiatieven moet bijvoorbeeld de bestemmingsplanprocedure worden doorlopen. De beleidsregel Horecabeleid Buitengebied zorgt op veel vlakken voor duidelijkheid. Voor zowel ondernemers als inwoners van het buitengebied.”

De gemeente Krimpenerwaard onderscheidt vier categorieën horeca in het buitengebied. Dat heeft onder andere zijn weerslag op de openingstijden. Van categorie 1 -horecabedrijven waar geen alcohol wordt geschonken, zoals een theetuin of lunchroom- tot de ‘zwaarste categorie: dag, avond- en nachthoreca met de bevoegdheid alcohol te schenken, zoals restaurants. ‘Promoveren’ tussen de categorieën kan eventueel als aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. Daarnaast geldt een onderscheid in de locatie van het bedrijf en de soort bedrijfsvoering: zelfstandig, als nevenfunctie of ondersteunend. Ofwel, van een zelfstandig restaurant of café tot een camping of kaaswinkel (als neven- dan wel ondersteunende functie van bijvoorbeeld een boerenbedrijf).

Horeca in het buitengebied is in principe alleen toegestaan in bestaande bedrijfsbebouwing, ‘al kan', zo vermeldt de beleidsregel, ‘in bepaalde situaties nieuwbouw worden toegestaan'.

Handhaving tegen illegale horeca in het buitengebied, zoals illegale feesten in schuren en dergelijke, komt in een later stadium aan de orde, beloofde burgemeester Roel Cazemier: "Dat gaat geld kosten, want daar hebben we extra handhavingscapaciteit voor nodig.”


Robert van der Hek