'Nadenken over predatorenbeheer'

krimpenerwaard • Het bestrijden van predatoren kan helpen om de achteruitgang van weidevogels in de Krimpenerwaard tegen te gaan. Dat schrijft ecologisch adviseur Rudi Terlouw in de Waardvogel, het verenigingsblad van de Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard (NVWK).

Predatie - het opeten van eieren en kuikens door roofdieren - kan een probleem zijn. Toch benadrukt Terlouw dat het niet de belangrijkste oorzaak is van de teruggang van het aantal weidevogels. Het grootste probleem is het verdwijnen van geschikt leefgebied door het steeds intensievere gebruik van het boerenland. Daardoor is er voor weidevogels minder voedsel te vinden en neemt het aantal broedparen af.

Door de omstandigheden in het boerenland is de verhouding prooi-predator verstoord geraakt, zo schrijft Terlouw. Zo moeten kuikens langer in het gras naar voedsel zoeken waardoor ze een stuk kwetsbaarder zijn. "Er is ook minder voedsel voor de oudervogels. Ze moeten op grotere afstand van de kuikens foerageren waardoor de kuikens langer onbeschermd zijn."

Toch is er volgens de ecologisch adviseur 'ontegenzeggelijk' een toename van het aantal predatoren in de Krimpenerwaard. "Soorten als vos, havik, bruine kiekendief en buizerd, die in de bloeiperiode van de weidevogels nauwelijks voorkwamen in de open graslandgebieden van ons land, zijn nu alom aanwezig." Ook hebben grote meeuwen het grasland ontdekt als foerageergebied en is er sprake van een explosie van het aantal verwilderde (huis)katten. Meer reguliere soorten als de zwarte kraai zijn in de afgelopen decennia eveneens in aantal toegenomen. Terlouw gooit nu de knuppel in het hoenderhok: hij denkt dat het goed is om, al dan niet tijdelijk, in te grijpen in de populaties van sommige roofdieren. Welke dat moeten zijn verschilt per gebied. Hij beseft zich dat het zogenaamde 'predatorenbeheer' maatschappelijk gevoelig ligt. "Het is dan ook van belang om bij de keuze voor predatorbeheer steeds op basis van goede informatie en zorgvuldige afwegingen tot een onderbouwd besluit te komen."

Hij beseft zich dat de meningen over predatorenbeheer soms behoorlijk ver uiteen lopen. "Toch is het een onderwerp om over in gesprek te blijven."