• Joop van Vliet met het tweede deel van 'De Lopikerwaard in oorlogstijd'.
• Joop van Vliet met het tweede deel van 'De Lopikerwaard in oorlogstijd'. Foto: Wijntjes Fotografie

Joop van Vliet had na deel 1 nog zoveel te melden over...

'De Lopikerwaard in Oorlogstijd', deel 2

lopik • Woensdag 11 november verschijnt dan ook deel 2 over het wel en wee van de Lopikerwaardse inwoners voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Als Joop van Vliet eenmaal op zijn praatstoel zit, dan neemt hij zijn toehoorders uitgebreid mee naar het verleden. De dertiger jaren van de vorige eeuw, toen er veel armoede was, maakte hij mee als kind. Hij was een prille tiener gedurende de oorlogsjaren en puberde in de wederopbouw van Nederland. “Als kind wist je niet anders dan dat er financieel weinig kon,” vertelt de Lopiker, die zich zijn jeugd nog goed kan herinneren. “De oorlogsjaren heb ik uitgebreid beschreven in mijn eerste boek. De Stichting Jaarsveld Oorlogsgedenkteken, die het boek uitgaf, had al plannen om de plaatselijke militairen te benoemen en ik vond dat alle jonge mannen uit de Lopikerwaard, die ons land dienden, een ‘naam’ moesten krijgen. Zo was soldaat Van Geffen uit Jaarsveld getuige van het sneuvelen van zijn plaatsgenoot Arie de Groot. Dat was een indrukwekkende en verdrietige belevenis voor deze soldaat wiens voornaam ik nu even niet weet. Alle spullen liggen al een tijdje bij de drukker, vandaar.”

Zijn tweede boek zou eerst op 5 mei uitkomen, maar door alle coronaperikelen is er voor een latere datum gekozen. Van Vliet: “Ik wilde ook schrijven over de crisisjaren voor de oorlog. Ik beschrijf in het boek hoe het er op de scholen aan toeging, hoe de middenstand werkte, welke taak de kerk had, hoe de jeugd zich vermaakte en met welk dialect er werd gesproken.”

Als kind ondervond de Lopiker dat er overal een gebrek aan was. Zijn vader had een klein boerenbedrijfje, maar moest als vrachtwagenchauffeur zijn karige inkomen aanvullen. “De middenstand vestigde zich in de Dorpstraat,” vervolgt Joop van Vliet, die de regionale ondernemers op transportfietsen en met paard en wagen langs zag komen om hun waren te slijten. ”Juwelier Deerenberg uit Schoonhoven reed bij de rijkere boeren met een hondenkar het erf op om zijn sieraden te verkopen. Alle lokale middenstanders zijn beschreven in het boek. De winkels in de Dorpstraat, die vroeger het centrum van Lopik was, zijn nagenoeg verdwenen, op Bakkerij De Keizerskroon na.”

Na zijn lagere schooltijd, die Joop van Vliet doorbracht in Cabauw, rondde hij met succes de MULO af en werd boekhouder bij tal van landbouwcoöperaties. Als het nodig was, dan hielp hij zonder morren mee om vrachtauto’s te lossen. “Ik ben graag onder de mensen,” zegt Van Vliet. “Veel vermaak was er ook niet in de Lopikerwaard. In de oorlogsjaren was er sowieso niets te doen. Er waren geen sportclubs en achter de meiden aangaan, was er niet bij, haha. Ik genoot een strenge opvoeding. De kerk had zo zijn invloed. Na de oorlog waren er toogdagen, waar het evangelie werd verkondigd. Op deze jongerenbijeenkomsten zijn veel verkeringen ontstaan.”

Joop van Vliet ontmoette zijn vrouw in Houten, toen hij daar voor een corporatie werkte. “Ik trouwde pas op mijn dertigste. Jaren later deed ik onderzoek naar de identiteit van piloten, die in een Halifax-bommenwerper van de Canadese luchtmacht bij Jaarsveld neerstortten. Een monument op de Lekdijk werd in 1985 onthuld. Vanaf dat moment groeide mijn interesse voor de gebeurtenissen in de oorlog. Die vaak treurige verhalen moest ik gewoon opschrijven.”

Het eerste exemplaar van De Lopikerwaard in Oorlogstijd, deel 2, wordt woensdag 11 november om 20.00 uur overhandigd aan burgemeester Laurens de Graaf. Dit gebeurt tijdens een sobere plechtigheid in het Lopikse gemeentehuis. Via een livestream op de website van de gemeente Lopik (www.lopik.nl) kunnen belangstellenden de bijeenkomst volgen. Daags erna is het boek te koop bij de plaatselijke ‘Read Shop'.


Wim Kroone