Zilvermuseum blij met 'lodereindoosjes'

schoonhoven • Het Nederlands Zilvermuseum heeft een bijzondere schenking ontvangen, namelijk zilveren lodereindoosjes. Het betreft een zorgvuldig samengestelde verzameling volgens de indeling Nederlands Klein Zilver en Schepwerk van B.W.G. Wttewaall.

Lodereindoosjes werden vanaf 1690 steeds populairder onder het volk. Mensen hadden niet altijd de gelegenheid om hun kleding of zichzelf goed te reinigen. Om lichaamsgeurtjes te verdrijven vond men toen het lodereindoosje uit. Loderein komt van het Franse L’eau de la Reine ofwel ‘water van de koningin’. Van natuurlijke grondstoffen maakte men geurwater, meestal in een vast recept van rozemarijn, lavendel en ceder. In de doosjes zat een sponsje waarmee het geurwater aangebracht kon worden. In verschillende streken ontstonden diverse recepten voor geurwater.

B.W.G. Wttewaall omschrijft in zijn boek ‘Nederlands Klein Zilver en Schepwerk’ op chronologische volgorde maar liefst zeventien verschillende typen doosjes van 1690 tot circa 1880. De doosjes zijn onder meer uniek in de vorm, gebruikte smeedtechnieken, scharnieren of streekgebonden kenmerken door een afbeelding van een historische gebeurtenis. In Schoonhoven werden onder meer door zilversmeden Teunis Kruyt, Adrianus Kuylenburg en later Gerrit Greup heel kenmerkende platte doosjes gemaakt.

De lodereindoosjes zijn te bewonderen in het museum in de Zilverlounge. Op social media van het Nederlands Zilvermuseum wordt de komende tijd ook aandacht besteed aan de verschillende typen doosjes. Op 20 oktober 2020 is er een workshop lodereindoosje maken voor kinderen.

Vanwege de corona-maatregelen vraagt het Zilvermuseum aan bezoekers om online een ticket te kopen.