• Kees Kool, boswachter in onder meer het Loetbos en de Crimpenerhout.
• Kees Kool, boswachter in onder meer het Loetbos en de Crimpenerhout. Foto: Jan Timmer

Loetbos heeft nieuwe bewoner: de bever

krimpenerwaard • Na de ransuil en reeën is er opnieuw een nieuwe soort in het Loetbos te vinden. Alles wijst op de aanwezigheid van één of meerdere bevers.

Bos en winter lijkt zo op het oog een niet al te opwindende combinatie, maar boswachter Kees Kool denkt daar anders over. De aan Groenalliantie Zuid-Holland verbonden natuurspecialist zag afgelopen najaar liefst 23 ransuilen verschijnen op voor het publiek toegankelijke locaties in het Loetbos en begroette eerder al vanaf de Veluwe naar het Groene Hart getrokken reeën. Nu is daar minimaal één bever bijgekomen, door de boswachter himself waargenomen. Kees Kool noemt hem 'Ed', met een knipoog naar het in vroeger tijden razend populaire kinderprogramma De Fabeltjeskrant. "We volgen Ed's gangen", vertelt Kool. "Hij laat sowieso de nodige sporen achter, waaronder afgeknaagde wilgentakken. Die zijn voor de bever vanwege het zachte hout een lekkernij. Een burcht hebben we nog niet kunnen ontdekken en ook is er nog geen partner van deze bever getraceerd."

Naar de herkomst van de 'Loetbos-bever' is het nog even gissen. "Er zijn al eerder exemplaren gespot in het Stormpoldervloedbos nabij Krimpen", weet Kees Kool. "Ook in de uiterwaarden langs de Lek komen bevers voor. Ze kunnen per dag vele kilometers zwemmend afleggen. Het lijkt er op dat 'Ed' iets van de normale route is afgeweken en zich prima thuisvoelt in het Loetbos. Vreemd is dat niet, want op deze locatie is ook voor bevers volop voedsel te vinden." Om de in het Loetbos residerende bever in alle rust te laten functioneren, wil boswachter Kool niet bekend maken waar de sporen van het dier gevonden zijn. Een zelfde vorm van respect wordt ook gepraktiseerd waar het de reeënpopulatie betreft. "Ze grazen zowel in het Loetbos als in de Crimpenerhout."

Inmiddels is de massale kap van zieke essen in het Loetbos voor 95 procent voltooid. "Er zijn nog enkele op het oog gezonde exemplaren over", weet Kees Kool. "Die krijgen vooralsnog het voordeel van de twijfel. Hoewel het bos flink is uitgedund zijn de reacties van het publiek begripvol. "Veel vaste bezoekers van het Loetbos zagen al een tijdje dat het slecht ging met de essen. Daarnaast hebben we de mensen op verschillende manieren de problematiek duidelijk gemaakt. Ook dat heeft gewerkt. We laten dit voorjaar en de komende zomer de plekken waar de essen zijn weggehaald met rust om te kijken wat er gebeurt. Komend najaar - vanaf november- gaan we op de opengevallen locaties 35 verschillende soorten bomen en struiken terugpoten. Zo zorgen we voor biodiversiteit en risicospreiding. Mochten er bepaalde boomsoorten met ziektes geconfronteerd worden, dan houd je genoeg soorten over om het bos goed intact te laten. Zo blijft het Loetbos mooi."

Jan Timmer