• Herman Visser met zijn nieuwste project.
• Herman Visser met zijn nieuwste project. Foto: Geurt Mouthaan

Herman Visser

'Ieder schip heeft zijn eigen verhaal'

papendrecht • Ruim zestig jaar geleden liep een kleine jongen over het dek van het binnenvaartschip van zijn vader. In zijn hand hield hij een touw, met aan het uiteinde een houten plankje dat op het water dreef en meevoer met zijn grote 'broer'. Daar werd de kiem gelegd van Firma Bart, onder welke naam Herman Visser in 1999 voor zichzelf begon. De naam is afkomstig van zijn oudste zoon, die in de Merwebolder in Sliedrecht woonde en onlangs overleed.

Het businessplan van het eenmansbedrijf: scheepsmodellen bouwen, op eigen initiatief en op verzoek. Ruim twintig jaar later heeft de Papendrechtse ondernemer tachtig modellen afgerond en is hij bezig aan een 81e. Maar het plezier van dit jochie uit de jaren vijftig is nog even sprankelend als destijds. "Ieder schip heeft zijn eigen verhaal", benadrukt hij. "Dat maakt het zo bijzonder. Vaak gaat het om jeugdherinneringen, een aandenken aan een huwelijk of een overleden ouder. Het gaat om veel meer dan alleen het scheepsmodel. Dan is het niet het schip van je vader, het schip is je vader. Daarmee is het tegelijk ook heel dankbaar werk."


Oud laken

Wat als eerste opvalt aan de bouwsels van Herman Visser is de bijna onwerkelijke gedetailleerdheid. Aan alles is gedacht, van elk katrolletje tot de roeispanen in een reddingsboot. "Het zeil heb ik gemaakt van een oud laken van een tante", lacht hij. "Wat in dit werk vooral telt, is discipline. Juist het afmaken van een model lukt bij velen niet. Dan staat de schoorsteen erop en blijft het daarbij."


Bij het maken van de scheepsmodellen kan hij soms gebruikmaken van uitgebreide bouwtekeningen van het echte vaartuig, maar veel vaker moet hij afgaan op oude foto's, herinneringen van de opdrachtgever én zijn eigen jarenlange ervaring. Een bomschuit, een bark, een klipper, Visser weet als geen ander hoe zulke schepen gebouwd zijn. "Maar tegelijkertijd is het iedere keer weer anders. Een Deense kotter is anders gebouwd dan een Nederlandse."


Op de zolderkamer waar zijn werkruimte is laat hij dat zien. "Zie je de pijp? Dat is de uitlaat. Op een Nederlandse kotter zit die op een heel andere plek." Wat trouwens opvalt aan zijn werkplek is het ontbreken van een groot arsenaal aan gereedschap. De meeste plek nemen een fors aantal verfblikken in. "Nee hoor, aan een figuurzaag om het triplex te zagen, een slijptol en een lijmpot heb ik genoeg. Het moet ook niet te perfect worden. Als je die plastic fabrieksmodellen ziet, dan vind ik dat veel te clean. Ik zeg altijd: je moet het teer kunnen ruiken."


Nieuwe moderne schepen bouwen doet hij nooit, al heeft hij meerdere malen daar verzoeken voor verkregen. Het leeuwendeel van zijn modellen komen uit het einde van negentiende en het begin van de twintigste eeuw, zo'n beetje de overgangsperiode tussen het tijdperk van de zeil- naar de stoomschepen.


Koning Willem I

Zijn creaties zijn inmiddels letterlijk over heel de wereld te bewonderen. Hij vertelt over een opdrachtgever uit een plaats in de buurt van Seattle die een klipperaak bestelde en een huisarts uit de Belgische stad Genk. "Die heeft al vier van mijn scheepsmodellen gekocht. Hij is er net zo gek van als ik zelf. En nee, mijn klanten hebben zeker niet allemaal een achtergrond in de scheepvaart. Zo hangt één van mijn modellen in de hervormde kerk van Scheveningen. Voor hen heb ik een replica op schaal gemaakt van de bomschuit waarin de latere koning Willem I in 1813 uit ballingschap terugkeerde naar Nederland."


Ondanks het feit dat hij de pensioengerechtigde leeftijd al enige tijd gepasseerd is, is Herman Visser absoluut niet van plan om af te gaan bouwen. "Nee hoor, daarvoor vind ik het veel te mooi om te doen. Ik ben nu bezig met een oude zalmschouw, maar nieuwe opdrachten zijn nog van harte welkom.


q www.bartscheepsmodellen.nl

Geurt Mouthaan