• Een distributiekaart en enkele bonnen.
• Een distributiekaart en enkele bonnen.

Brood bakken in de oorlogsjaren

papendrecht • In de oorlog had Bertus uit Papendrecht een bakkerij. Nou ja, zo maar een eenmanszaakje zoals er in die tijd zo veel waren. Een halve nacht bakken en ’s ochtend met brood langs de dijk om de klanten te bedienen. Onderwijl verkocht z’n vrouw nog wat brood en koekjes in het piepkleine winkeltje. Hoe verder de oorlog vorderde des te moeilijker werd het, alles kwam “op de bon”. Dat gold zeker ook voor meel.

De broodbonnen werden door de bakker opgeplakt en aan de hand daarvan kreeg hij weer toewijzingen voor meel en bloem. De kwaliteit van het meel werd als maar slechter. Bertus probeerde klandestien wel wat meel op de kop te tikken. Als je wat tarwe had wou hij altijd voor je bakken.


In de bakkerij was er reghelmatig controle van de Duitsers, maar dan verstond hij ze zogenaamd niet en hield zich van de domme. De Duitsers vertrouwden hem zeker niet, want regelmatig kwamen ze weer eens toevallig langs. Bertus maakte dan de nodige grapjes. Na enige tijd werd hij het toch zat en zei: “Als je het graag weten wil, ik doe zaagsel in het brood voor de stevigheid. Is het nou goed?” Of het goed was, een paar dagen later werd hij opgepakt voor verhoor. Twee dagen zat hij in de cel. Er was niets tegen hem in te brengen. Hij kon weer naar huis. Maar in die nacht waren er bij hem twee kleine bakkertjes geboren en hij had er niet eens bij kunnen zijn. Vanaf die dag had hij nog meer een hekel aan de Duitsers.


Bezoek

Op een avond krijgt hij bezoek van twee kennissen, die nog wel wat graan weten te versieren. Ze vragen Bertus of hij bereid is binnenkort een flink aantal broden te bakken. Hij hoeft zich niet te bedenken en gaat akkoord. Het graan ligt opgeslagen in een grote loods in Bleskensgraaf en dient als voer voor de paarden van de Duitsers, die langs de Graafstroom gelegerd zijn. Voor de bevolking is het een hard gelag in die laatste oorlogswinter.


Er wordt een list bedacht de nachtwacht af te leiden. Daar waar de wacht keert zullen ze een aantal fuiken in het water zetten. Wel goed zichtbaar. Dat zal de wachtlopers een tijdje ophouden, want die lusten wel een palinkje. De twee kennissen van Bertus weten zodoende wat zakken graan te bemachtigen, die in een schouw naar Papendrecht worden vervoerd. Zo zijn in dat laatste oorlogsjaar heel wat clandestiene broden gebakken door Bertus dankzij de graanvoorraad van de Duitsers.”


"Wat we niet uit dit ooggetuige verslag te weten komen of het graan eerst naar een molenaar werd gebracht", meldt Stichting Dorpsbehoud. "En waar haalde Bertus het gist vandaan?"


Distributiestamkaart en bonnen

Vlak voor de oorlog werd in Nederland de eerste distributiestamkaart ingevoerd. De Duitsers voerden een tweede distributiestamkaart in om de duizenden onderduikers van voedsel af te snijden. Velen zaten ondergedoken, omdat ze niet in Duitsland wilden werken.


Wie dus geen stamkaart had kon geen bonnen krijgen dus geen voedsel of andere producten zoals bijvoorbeeld textiel, zeep, schoenen en brandstoffen. Een stamkaart kon je alleen maar krijgen met een geldig persoonsbewijs. Wel probeerde men voor de onderduikers valse persoonsbewijzen te maken, zodat ze toch aan een tweede distributiestamkaart konden komen.


In wezen was alles 'op de bon'. Naarmate de oorlog vorderde werd de kwaliteit van het voedsel steeds minder. Het zogenaamde oorlogsbrood bestond voor een groot deel uit aardappel- en peulvruchtenmeel en smaakte klef en zurig. Vandaar dat Bertus maar wat blij was met de zakken graan.


Dorpsbehoud

Stichting Dorpsbehoud Papendrecht publiceert rondom 75 jaar Bevrijding enkele artikelen over de bijzondere jaren van de Tweede Wereldoorlog en hoe die in Papendrecht beleefd werden. Meer informatie en de complete artikelen staan op de website www.dorpsbehoudpapendrecht.nl van Stichting Dorpsbehoud.


q www. dorpsbehoudpapendrecht.nl