Afbeelding
Foto: Stockfoto 123RF

Geen steun Papendrechts corona-noodfonds

papendrecht • De gemeente Papendrecht komt voorlopig nog niet met een noodfonds om gedupeerde ondernemers en verenigingen te steunen die last hebben van de corona-crisis.

Een motie van de fractie van Onafhankelijk Papendrecht (OP) kreeg veel sympathie, maar geen steun. Uiteindelijk bleef alleen de eigen fractie van OP over als voorstander. De motie verdween met 21 stemmen tegen in de prullenbak.


“Er zijn weliswaar rijksregelingen, maar die landen niet altijd in de plaatselijke economie”, probeerde fractievoorzitter Ruud Lammers nog. Hij wilde 10 procent van de opbrengsten van de verkoop van de Eneco-aandelen bestemmen om Papendrechtse bedrijven en verenigingen te helpen. Dat zou gaan om 2,7 miljoen euro, dat volgens OP niet persé op hoeft, maar wel gebruikt kan worden te helpen waar dat nodig is.

“Sympathiek”, vond eigenlijk iedereen in de Papendrechtse raad, maar uiteindelijk ging niemand ermee akkoord. “Er zitten teveel haken en ogen aan deze motie”, reageerde Pieter-Jan den Dekker (ChristenUnie). “Want wie komen ervoor in aanmerking en hoe ga je dat beoordelen?”

“Het Rijk is er volop mee bezig, er komen bijna dagelijks nieuwe compensatiemogelijkheden”, vond André Stremler (PAB). “De motie is te vroeg. We kunnen pas aan het eind van het jaar de rekening opmaken”, vulde Ernst van Hal (D66) aan.

Bert Grimmius (GroenLinks) was zelfs bang dat de landelijke overheid Papendrecht zou gaan afrekenen op investeringen die nu gedaan worden in een noodfonds. "Dan lopen we het risico dat we later niet geholpen worden door het Rijk." Ook Leon van den Dool (CDA) was tegen: “Als er een concrete nood is, verwachten we van het college een meewerkende en oplossingsgerichte reactie.” Wethouder Pieter Paans sprak ook zijn waardering uit voor initiatieven om samen door de crisis heen te komen. Hij somde op wat de gemeente nu al doet om ondernemers te helpen, zoals verruiming van de openingstijden, uitstel van betaling en het leveren van dranghekken.


Hij noemde de motie overbodig en verwees daarbij naar een bedrag van een ton dat volgens de begroting gebruikt kan worden voor onvoorziene zaken. “Als er meer budget nodig is, komen we bij u terug”, besloot Paans zijn betoog.