• Carola, Johan en Coralien op de COVID19-afdeling van het Albert Schweitzer ziekenhuis.
• Carola, Johan en Coralien op de COVID19-afdeling van het Albert Schweitzer ziekenhuis. Foto: Marijke Verhoef

Verhalen uit het Albert Schweitzer

'Je denkt: gebeurt dit echt?'

regio • Carola Schol (33) uit Alblasserdam heeft af en toe het gevoel dat ze 'in een heel slechte film' is beland.

Carola is kwaliteitsmedewerker en IC-verpleegkundige in het Albert Schweitzer ziekenhuis in Dordrecht. "Het lijkt onwerkelijk en je denkt: gebeurt dit echt? Wat ik heftig vind, is hoe ziek de mensen zijn. Ik ben als IC-verpleegkundige wat gewend; van een normale griep kunnen mensen ook ontzettend ziek worden. Maar nu zijn het er een stuk of 24 tegelijkertijd."

Ze ziet ernstig zieke vijftigers en zestigers op haar afdeling. "Dat zijn voor IC-begrippen jonge mensen. Daar komt bij dat er geen familie bij kan, dat vind ik heel heftig. Met videobellen proberen we familie te informeren, dan sta je zelf soms bijna met tranen in je ogen. Een echtgenote was helemaal in tranen, zo confronterend was het om haar man extreem ziek te zien en niet bij hem te kunnen zijn."

Beademen

Ook Coralien Baan uit Oud-Alblas, collega van Carola, is onder de indruk van wat ze op haar werk ziet. Ze is verpleegkundige op de spoedeisende hulp (SEH-verpleegkundige). "Op onze afdeling komen de nieuwe patiënten binnen. Wat veel indruk maakt is dat we moeten kiezen: gaan we wel of niet beademen? Als we in overleg met patiënten niet voor de IC kiezen, gaan mensen naar een verpleegafdeling. Ze mogen geen familie zien. Het is schrijnend dat ze er alleen doorheen moeten terwijl ze erg zwak en kwetsbaar zijn."

Coralien herinnert zich een man die niet naar de IC wilde. "Hij koos voor een behandeling met onder andere antibiotica. Hij kon niet goed meer praten, er mocht geen familie bij. Ik heb naast hem gezeten en zijn hand vastgehouden. Ik merkte dat hij dat erg waardeerde. Er moet eigenlijk familie naast hem staan, dacht ik. Zodra de verpleging ziet dat iemand gaat overlijden mogen er maximaal drie mensen bij. Dat is ook moeilijk: stel je heb acht kinderen, hoe bepaal je dan als familie wie erbij mogen?"

Ook Carola vindt het moeilijk om het verdriet bij familie te zien, bijvoorbeeld tijdens het videobellen. "Als familieleden het willen, brengen we een patiënt in beeld. Patiënten die op de buik gedraaid hebben gelegen en daarna teruggedraaid zijn, hebben een opgeblazen gezicht doordat het vocht in hun lichaam naar beneden is gezakt. Ze zijn soms bijna onherkenbaar. Daarnaast zie je veel slangen, een infuus in de nek en een beademingsbuis in de mond. Dat is voor familieleden een vervelend gezicht. Ook de verwerking is moeilijk. We houden daarom een dagboekje bij, zodat mensen het na afloop kunnen herbeleven. Dat is belangrijk voor een goede verwerking."

Johan Oostrom (36) uit Sliedrecht werkt ook in het Albert Schweitzer ziekenhuis in Dordrecht. Hij is IC-verpleegkundige en beademingsexpert. Hij beschrijft zichzelf als een 'man van de relativering'. Toch zegt hij ook: "Het heeft op mij best wat impact. Ik ben in deze periode niet bij een overlijden geweest, wel was ik er regelmatig bij tijdens beeldbellen. Het is bizar wat dat met mensen doet. Ze zien hun dierbare liggen met allerlei toeters en bellen. Je probeert ze voor te bereiden: 'Schrik niet'. Tegelijk heeft het een enorme waarde, mensen zijn dankbaar dat ze hun dierbare hebben kunnen gezien. Op mij heeft het impact als ik de emotionele reacties hoor."

Immense operatie

De afgelopen weken waren druk. Johan: "We zagen het aankomen maar je merkt pas wat het is als je er middenin zit. We gingen opschalen, dat heeft voor heel veel disciplines heel wat voeten in aarde. In een aantal weken hebben we de capaciteit van de IC-zorg verdubbeld. Je merkt dat de gewone verpleegafdelingen ook flink moesten opschalen. Het vraagt veel organisatorische capaciteit van afdelingshoofden, dokters en bestuurders. Je krijgt een soort commandostructuur en het heeft impact op alle zorgverleners en ondersteunende diensten. Het was een immense operatie."

Carola: Het is heel fijn om te zien dat het aantal coronapatiënten langzaam een beetje afneemt. Ik begreep net van het RIVM dat ze denken dat de piek geweest is. Hopelijk is dat zo." Ze hebben alle drie hun manieren om het zelf vol te houden. Johan gaat in zijn vrije tijd hardlopen. "Dat is mijn uitlaatklep, zo maak ik mijn hoofd leeg." Carola: "Af en toe ga ik een rondje fietsen." Coralien: "Ik ga een flink stuk wandelen, waardoor ik mijn gedachten kan verzetten."

Een langere versie van dit verhaal staat op: www.klaroen.nl.