• e gracht aan de Virieusingel in wintertooi.
• e gracht aan de Virieusingel in wintertooi. Foto: Museum Stadskasteel Zaltbommel

Alle vissen in gracht dood

Volgens het bestuur van de Bommelse hengelsportvereniging 'Nieuw Leven' had zich in de gracht langs de Virieusingel een ramp voltrokken. Als gevolg van de strenge winter (1969/1970) was de gracht tot aan de bodem bevroren waardoor de totale visstand was uitgeroeid. Naar verwachting zouden er duizenden, zo niet tienduizenden dode vissen ten prooi aan de meeuwen naar boven komen drijven. Er werd vanuit gegaan dat, als gevolg van het inmiddels zachte weer, het aantal vislijken zo groot zou worden dat de meeuwen er te veel aan hadden. Als gevolg daarvan zou er door de stank een minder prettige situatie voor de omwonenden kunnen ontstaan.
Om de visstand enigszins te herstellen was er naar schatting van voorzitter N. van Dam een bedrag van 7000 gulden nodig. Secretaris G. de Ridder en penningmeester J. Blanken zagen het veel donkerder in. Volgens hen zou het wel 20.000 tot 50.000 gulden gaan kosten.

Restauratie Maartenskerk

In de loop der jaren werd de St.-Maartenskerk enkele malen gerestaureerd. Dat gebeurde onder meer in de jaren veertig van de vorige eeuw. De werkzaamheden moesten noodgedwongen in 1943 worden beëindigd. Na de bevrijding werd in eerste instantie de oorlogsschade hersteld. Jaren daarna stelde Ir. T. van Hoogevest uit Amersfoort een nieuw restauratieplan op. Dat voorzag niet alleen in een herstel van het uitwendige van het gebouw, maar het zou tevens een belangrijke verandering van het interieur tot gevolg hebben. Wat er precies zou gaan gebeuren lag in februari 1970 nog niet vast. Eén van de problemen was dat de ruimte erg groot was voor het houden van erediensten door een naar verhouding kleine gemeente.
Het lag in de bedoeling om te beginnen met de koorkant. Deze was het meest aan herstel toe. Maar ook de noordzijde was erg slecht en dat was ook het geval met de sacristie-consistoriekamer aan de zuidzijde. Zoals gebruikelijk was ook bij deze kerkrestauratie de financiering een probleem. Het ging dan ook over een miljoenenbedrag. De werkzaamheden zouden behalve door het rijk, de provincie en de gemeente op zijn minst voor tien procent door de kerkelijke gemeente betaald moeten worden. Voor de kerk zou dat welhaast zeker te veel zijn, vandaar dat er pogingen in het werk gesteld werden om een gunstiger subsidieregeling te bewerkstelligen. Zo nodig zou er een beroep op de hele Bommelse gemeenschap worden gedaan.

Johan Kras overleden

Op 92-jarige leeftijd overleed in Ammerzoden Joh. Kras. Hij, afkomstig uit een boerenfamilie, was de grondlegger van het later succesvolle reisconcern. Johan Kras begon om met paard en wagen een lijndienst tussen Ammerzoden en Den Bosch te onderhouden. In februari 1922 werd de eerste bus gekocht, een Ford die 2300 gulden kostte. Deze werd ook ingezet voor een dienst op Den Bosch. Rond 1930 werd begonnen met o.a. toertochten naar de Ardennen. Toen Kras het bedrijf aan het eind van de twintigste eeuw aan zijn drie zonen overdroeg, telde het bedrijf 45 bussen waarmee men zelfs reizen naar Rusland maakte. Iets dat in die tijd heel bijzonder was.

Geen industrieterrein bij Hurnse Kil

Door het plan om een gedeelte van de Hurwenense uiterwaard en De Hurnse Kil een industrieterrein met haven te maken werd na veel verzet een streep gezet. Tijdens een vergadering van het Polderdistrict Bommelerwaard meldde dijkgraaf Jan Stuvers dat door de desbetreffende werkgroep was besloten om Gedeputeerde Staten van Gelder te laten weten dat de Hurwenense uiterwaard bij nader inzien als polder bleef bestaan. Het gat Van Waning zou zo spoedig mogelijk afgesloten worden. Verder zei Stuvers dat aan de zomerkaden voorzieningen moesten worden getroffen en dat er voor de waterbeheersing twee bemalings-eenheden nodig waren. Eén ter vervanging van het geheel versleten gemaal, dat diende voor de waterbeheersing van natuurreservaat 'De Hurnse Kil' en omgeving. Een ander, mobiel gemaal, was nodig voor het regelen van de waterstand van de laag gelegen agrarische gronden van de Hurwenense uiterwaard.