• Rob Muller geflankeerd door zijn vriendin Joy Pronk en trouwe medewerker Richard Prins.
• Rob Muller geflankeerd door zijn vriendin Joy Pronk en trouwe medewerker Richard Prins. Foto: Lya Cattel

'Stadscafé is de basis, die blijft altijd bestaan'

Rob is horecaman in hart en nieren

zaltbommel • Dit jaar wordt hij 50 én viert hij dat hij 25 jaar geleden zijn eerste horecazaak opende. Rob Muller, horecaman in hart en nieren, blikt terug op de afgelopen jaren.

Rob is in 1970 in Zaltbommel geboren als enige zoon van Toon en Ann Muller. Zij waren de eigenaren van het toenmalige hotel-restaurant Tivoli aan de entree van de stad. Horeca werd Rob dus met de paplepel meegegeven. Toen hij een jaar of twintig was, stopten zijn ouders met hun bedrijf en trok de Chinese familie Wong met hun Chinese restaurant in het zo karakteristieke pand. "Ik heb nog een tijdje bij ze gewerkt", herinnert Rob zich nog. "Maar dat was niet zo'n succes." Hij vertrok naar een snackbar/café in Beesd, waar hij bedrijfsleider werd. En ging ondertussen hard op zoek naar een eigen stek in zijn geboortestad Zaltbommel. Want dat hij voor zich zelf wilde beginnen, wist hij toen al zeker.

Drogisterij

Na lang zoeken vond hij een pand in de Waterstraat, waar tegenwoordig de fietsenwinkel is gevestigd. "Dat werd een heel gedoe", weet hij nog goed. "De omwonenden zagen het niet zitten en de gemeente was in het begin ook niet enthousiast. Er stonden elke dag wel stukken over in de krant." Uiteindelijk kreeg Rob de vergunningen toch voor elkaar. Maar nog voordat hij er echt begon, vroeg zijn neef, de eigenaar van de drogisterij op de Markt 6, of hij zijn pand wilde kopen. Rob had al eerder belangstelling getoond voor die locatie en ging dan ook meteen met hem in gesprek. De twee neven waren er snel uit en Rob ging aan de slag. "Er was honderd jaar niets aan dat pand gedaan, dus ik moest flink verbouwen. Het heeft klauwen vol met geld gekost", vertelt hij. Maar op 15 december 1995 gingen de deuren van 't Stadscafé dan toch echt open. Een gezellige kroeg waar achterin een gasfornuis stond, met twee pitten. "Als ik bitterballen bakte, dan wist het hele café het. In de eerste week zat er een tafel met zeven mensen, die allemaal een uitsmijter wilden. Ik ging er mee aan de slag, maar mijn toenmalige vrouw zei dat ik dat beter niet kon doen, want het zag er niet uit. We hebben de eieren weggegooid, zijn gestopt met de menukaart. Vanaf dat moment richtte ik me alleen nog maar op het café."

Tosti's

In de eerste zomer, in 1996, bleek het terras een groot succes. 't Stadscafé kreeg zijn eerste vaste personeelslid, Richard, die er nu nog steeds werkt. En 't café werd steeds populairder. De jonge ondernemer baalde er alleen ontzettend van dat er tussen de middag heel weinig gasten waren, terwijl het bij de concurrentie erg druk was. Er kwam een menukaart met tosti's en volgens Rob nogal smakeloze broodjes uit de magnetron. Uitbreiding volgde toen Rob Waterstraat 3 erbij kon huren. Dat betekende een doorbraak voor 't Stadscafé. Er kwam ruimte voor een échte keuken, er werd een kok ingehuurd en het café kreeg een fatsoenlijke menukaart met niet alleen lunch, maar ook diner, want ook daar bestond steeds meer behoefte aan. In 2005 kocht Rob Markt 4, waar een oud-tante van hem jarenlang café 't Vergulde Varken had gerund. Hierdoor kon hij zijn zaak flink uitbreiden. Van een lange smalle pijpenla, naar een sfeervolle ruime kroeg, waar je ook goed aan een gezellig tafeltje kunt zitten.

Eén geheel

Tien jaar later volgde een ingrijpende verbouwing, waardoor de panden van de Waterstraat en Markt één geheel werden. Die operatie viel nog niet mee. "We moesten onder andere de hele kelder uitgraven", vertelt Rob. "Die was, zoals dat vroeger wel vaker gebeurde, helemaal volgegooid met puin en rotzooi."

't Stadscafé kende niet alleen maar succesvolle periodes. "We hebben echt last gehad van de crisis", vertelt Rob. "Ook toen het rookverbod werd ingevoerd in 2008 en later de leeftijd voor alcoholgebruik van 16 naar 18 ging, hebben we een paar slechte jaren gehad." Maar de horecaman gaf niet op en bleef kansen benutten, ook buiten 't Stadscafé (zie kader).

Helikopterview

Wat het geheim is van zijn succes? Rob heeft er niet duidelijk een antwoord op. "Ik let goed op de kosten, kijk goed of mijn plannen haalbaar zijn", zegt hij. "Ik bekijk alles altijd heel rustig, heb geloof ik wel een helikopterview. En ik werk met heel goede teams, alle medewerkers werken dagelijks heel hard en zijn betrokken." Naast het vieren van het jubileum heeft Rob nog geen concrete plannen voor het nieuwe jaar. "Maar er gebeurt elk jaar wel iets", lacht hij. "Ik kan me haast niet voorstellen dat er geen nieuw project voorbij komt." Aan de formule van 't Stadscafé, of 't Stads zoals de meeste Bommelaren het noemen, zal in ieder geval niet veel veranderen. "Dit is de basis, dit blijft bestaan."

Britta Alink