• Liesbeth de Rooij wordt geïnterviewd door Rebecca Vis en Sanne de Rooij.
• Liesbeth de Rooij wordt geïnterviewd door Rebecca Vis en Sanne de Rooij.

Hoe leren immigranten Nederlands

Liesbeth helpt mensen op weg

"Hij was zo gemotiveerd om de Nederlandse taal te leren, dat hij in zijn vrije tijd heel veel moeilijke woorden ging opzoeken in het woordenboek en dat ging leren. Ook woorden die we in de spreektaal eigenlijk helemaal niet gebruiken." Liesbeth de Rooij helpt immigranten die in Nederland komen wonen, de Nederlandse taal te leren. Om een nieuw bestaan op te bouwen in Nederland, moeten de immigranten naast hun moedertaal ook de Nederlandse taal kunnen beheersen. Hoe leer je immigranten het Nederlands aan en hoe is Liesbeth op dit beroep gekomen? Dit waren enkele vragen die we haar stelden.

Liesbeth geeft tweeënhalve dag per week ‘Nederlands als tweede taal’ in Harderwijk. Dat houdt in dat immigranten die in Nederland komen wonen geholpen worden om de Nederlandse taal te leren. “Het zat altijd al in mijn achterhoofd om dit werk te gaan doen, want ik heb vroeger met Arabische mensen gewerkt. Ik was een tolk voor hen in het Frans. De doelgroep sprak mij erg aan, waardoor ik die mensen wilde gaan helpen om de Nederlandse taal te leren.” Tijdens de les laat De Rooij filmpjes zien, waarbij de leerlingen het beeld moeten koppelen aan het Nederlandse woord. Een nieuwe taal leren is vaak moeilijk en kost veel tijd. Het is daarom van belang dat de woorden vaak herhaald worden, zodat ze blijven hangen in hun hoofd. Geduld is dus de belangrijkste eigenschap die je nodig hebt bij dit beroep, omdat je constant moet herhalen.

Verder helpt ze de immigranten om in te burgeren, want ze komen naast een nieuwe taal ook in aanraking met een nieuwe cultuur waar ze aan moeten wennen. Veel mensen komen namelijk uit het Midden-Oosten of Afrika. Daar is een heel andere cultuur; de man is daar dominant en beslist vrijwel alles. In Nederland moeten mannen er dus aan wennen, dat zij niet meer direct alle macht hebben. De kinderen, en dan vooral de dochters, willen meer vrijheid. Zij willen gaan studeren, terwijl dat niet gewoon is in hun land van herkomst. Daar is het gebruikelijk dat de dochters voor hun ouders zorgen. “Zij moeten die cultuurverschillen overbruggen en dat kost tijd”, concludeert De Rooij. Tijdens de lessen wordt ook tijd besteed aan vrije productie. Dat houdt in dat de immigranten de zelfgeleerde woorden gaan gebruiken. Dat wordt langzaam opgebouwd en de woorden uit de vorige les worden steeds herhaald. In het begin leren ze korte, makkelijke zinnen en per les wordt dat steeds iets moeilijker. Liesbeth de Rooij: “Bijna iedereen is gemotiveerd om de taal te leren. Dat is fijn om mee te werken.” Echter, sommige mensen zien het gewoon als dagbesteding. Zij leren de taal minder snel en halen vaker het inburgeringsexamen niet. Dat is een probleem, want de Nederlandse overheid verwacht dit wel van immigranten. De snelheid van het leerproces hangt ook af van de scholing in hun land van herkomst. Sommigen zijn nog nooit naar school geweest, terwijl anderen de universiteit hebben gedaan. Het kan dus dat de een jaren met het proces bezig is, terwijl anderen de taal veel sneller leren. Echter, ze blijven nadat ze het inburgeringsexamen hebben gehaald altijd nog doorleren.

De woorden die worden aangeleerd zijn uit het praktisch Nederlands. Ze leren bijvoorbeeld hoe ze bij de dokter kunnen zeggen welke klachten ze hebben en hoe ze een formulier kunnen invullen met hun naam, adres en andere gegevens. Als ze de basis van het Nederlands kennen, kunnen ze boeken gaan lezen, waardoor ze specifiekere en moeilijkere woorden uit de Nederlandse taal gaan beheersen. Dit verbreedt hun kennis van de taal, doordat ze de woorden toegepast zien.

Belangrijk

“Ik zou mijn beroep aanraden, omdat je met veel verschillende mensen en culturen in aanraking komt", vindt de docent. “Je kan deze mensen op weg helpen in een heel nieuw land. Daardoor ben je erg belangrijk voor ze. Dat vind ik zo mooi aan mijn beroep. Daarnaast blijf je doorleren door alles wat je meemaakt.”

'Bijna iedereen is gemotiveerd om de taal te leren. Dat is fijn om mee te werken'

Al met al komt men bij het beroep docent ‘Nederlands als tweede taal’ met veel verschillende culturen in aanraking. De immigranten die in Nederland komen wonen, worden geholpen om de Nederlandse taal te beheersen en om in te burgeren. Daarbij is het belangrijk om veel geduld te hebben en alle woorden vaak te herhalen, want niet iedereen leert de taal even snel. Het maakt niet uit hoelang het proces duurt, want het is immers belangrijk om immigranten te helpen, toch?