• Albert ziet kansen voor natuur langs fietspaden in de regio.
• Albert ziet kansen voor natuur langs fietspaden in de regio. Foto: Aangeleverd

Groenste Fietsnetwerk van Nederland langs A15

'Het is ook super ambitieus'

Albert de Jong werd geboren met het vogelaars-gen. Als jochie speurde hij in de Alblasserwaard naar bijzondere vogels, nu is hij communicatieadviseur bij Sovon, een organisatie die de vogelstand in Nederland registreert en onderzoekt.

Hij was negen toen hij in een Sliedrechtse woonwijk zijn eerste pestvogel spotte en herinnert zich het gevoel van euforie. Ook keek hij wekenlang uit naar de vogelexcursies van de Natuur- en Vogelwacht. “We gingen onder andere naar de Avelingen en het Alblasserbos. Ik leerde de eerste vogelsoorten kennen. De nachtegaal en tjiftjaf staan me nog helder voor de geest. Ik zoog alle informatie op. Na schooltijd ging ik met leeftijdgenoten de Alblasserwaard en de Biesbosch in. Daar raak je niet uitgekeken.” De fietstocht naar en van school in Gorinchem was een feestje, weer of geen weer; hij spotte er heel wat vogels.

Herinneringen

Komend voorjaar is Albert een van de drie natuurkenners die vrijwilligers gaat leren (gevederde) fauna te herkennen langs het Groenste Fietsnetwerk van Nederland, dat loopt van Alblasserdam via Papendrecht, Sliedrecht en Hardinxveld-Giessendam naar Gorinchem. Langs een groot deel van het traject liggen voor Albert dus nogal wat herinneringen, verbonden met vogels. “Ik kwam langs dat pad van alles tegen: broedende sperwers, ijsvogels, de grote karekiet langs het Kanaal van Stenenhoek.”

Maar… het groenste fietsnetwerk van ons land, langs de A15? “Het is ook super ambitieus”, erkent Albert. “Maar ik denk wel dat het heel groen is; het grootste deel van het pad loopt langs parken en dijkjes. Bij Papendrecht ligt het achter een geluidswal, met een mooie groenstrook. Daar zie je een behoorlijke variatie, er liggen veel sloten die watervogels trekken en het is er opvallend rustig. De grote tuinen die grenzen aan dit gebied trekken ook veel vogels. Bij Sliedrecht is een deel volgebouwd, maar je hebt er wat ruige terreintjes die vogels aantrekken die onkruidzaden eten. Het pad ligt bij Sliedrecht ook volledig achter het scherm. Ik heb er regelmatig ijsvogels gezien. De gemeente past natuurlijk bermbeheer toe.”

Hoe het precies zit met de natuur op dit traject is niet bekend. “We weten het nog niet zo goed omdat er lange tijd niet goed werd gekeken naar flora en fauna in stedelijk gebied. Dat is de laatste vijftien jaar sterk veranderd." Albert verwacht veertig à vijftig vogelsoorten aan te treffen. "Ik heb begrepen dat de gemeenten leuke ingrepen gaan doen in de parken langs het pad, zoals slootkanten afgraven. Dat kan goed uitpakken voor broedende watervogels, kikkers en libellen. Die sloten zijn nu nog een beetje levenloos.”

'Ik kwam langs dat pad van alles tegen: broedende sperwers, ijsvogels'

Spectaculair fenomeen

Ruimte voor verbetering is er ook ter hoogte van Hardinxveld-Giessendam, waar het fietspad pal langs de A15 loopt en niet wordt afgeschermd door een geluidsscherm. Toch is langs dit deel van het traject van alles te zien, weet Albert. “Er ligt hier een belangrijke route voor vogels die van de Biesbosch naar de polders vliegen. En als je de grienden inloopt die langs de rivier liggen, zie je best mooie wilde stukken, kleine strandjes. Ik heb daar op een ochtendje meer dan dertig soorten gezien. In de winter vliegen enkele tienduizenden ganzen ’s morgens naar de Alblasserwaard, een spectaculair fenomeen. Het is een verkeersknooppunt in de lucht.”

Om een beter beeld te krijgen van flora en fauna langs de route is de hulp van vrijwilligers nodig. Albert gebruikt de term ‘citizen science’. “Vertaald is dat: burgerwetenschap. Het komt erop neer dat je aan vrijwilligers vraagt gegevens te verzamelen die bruikbaar zijn om te analyseren, de toe- en afname van soorten bijvoorbeeld. Je maakt gebruik van de motivatie van natuurliefhebbers. Citizen science is in de jaren zestig opgekomen, gecoördineerd vanaf eind jaren zeventig. Het niveau in Nederland ligt op een hoog peil, daar werken we ook aan met cursussen. Hoe meer gegevens je hebt, hoe scherper het beeld wordt. We kunnen daardoor stevige uitspraken doen.”

Er zijn dus vrijwilligers nodig. Wie met Albert op pad wil, moet wel voldoende basiskennis hebben. “Als je nog nooit naar vogels hebt gekeken, wordt het een lastig verhaal. Je moet ze ook kunnen herkennen op geluid. Deelnemers aan de cursus leren om op verschillende punten langs de route vijf minuten alles wat ze zien en horen te tellen. Dat gaan we oefenen, ook in het veld. Het is best pittig. Daarom is het fijn als je veertig van de algemeenste vogels al kent, op zicht en geluid. We begeleiden de mensen een jaar of twee, houden contact. Je kunt ook met buddy’s werken, waarvan de een het nog moet leren.”

Gierzwaluwen

Na afronding van de cursus is het de bedoeling dat vrijwilligers tussen 1 april en 15 juli drie rondes doen. “Twee keer moeten ze voor zonsopkomst beginnen. De laatste van de drie is ‘s avonds, eind juni begin juli, voor het tellen van gierzwaluwen. Je gaat steeds langs acht tot twaalf telpunten, neemt vijf minuten per punt. Dan krijg je een indruk van welke soorten er algemeen zijn en welke minder, en of het per jaar verschilt. Ook kun je gaan vergelijken met andere delen van Zuid-Holland.”

Het gaat natuurlijk niet alleen om vogels. Tim Breur uit Dordrecht neemt de cursus ‘vleermuizen herkennen' voor zijn rekening, de cursus ‘vlinders en libellen' wordt gegeven door Nieck Alderliesten uit Oud Alblas. Elke cursus duurt één of twee dagdelen en bevat ook een veldexcursie. Er is wel een risico: dat je net als Albert verslaafd raakt aan vogels spotten.