• Leen en Wil Verhaar steken gemiddeld 20 uur per week in de Voedselbank.
• Leen en Wil Verhaar steken gemiddeld 20 uur per week in de Voedselbank. Foto: Anne Marie Hoekstra

Extra toeloop Voedselbank door coronacrisis

'We hebben meer sponsoren nodig'

regio • Sinds maart heeft de Voedselbank in de regio er 23 adressen bij gekregen, meestal van meerdere personen per adres. Per 1 december krijgt de organisatie de beschikking over meer opslagruimte.

Voorzitter Wil Verhaar uit Arkel: “Daarvoor moeten we wel huur, energiekosten en verzekering gaan betalen. Ook voor ongediertebestrijding en brandbeveiliging gaan we extra kosten maken. We hebben daarom meer sponsoren nodig. Tien jaar geleden hebben we onze huidige loods aan de Vlietskade ter beschikking gekregen. In december krijgen we de aangrenzende loods erbij, met eenzelfde oppervlakte.”


Dakloze

Leen: “Als gevolg van de coronacrisis zijn er zzp’ers die geen werk meer hebben. Ook zijn er meer echtscheidingen; stellen moeten samen thuiswerken en als het al broeide, gaat het deze maanden mis.” Wil: “Tijdens de eerste lockdown was er een dakloze die gewend was eten te halen uit prullenbakken van restaurants. Hij leefde in zijn auto. Door de sluiting van de horeca had hij geen eten meer. Toen kwam hij ieder donderdag bij ons een pakketje halen met dingen die niet gekookt hoefden te worden, totdat hij weer een huisje had.”


Momenteel staat een deel van de voorraad in een ruimte aan de overkant van de weg. “Dat is niet handig”, aldus Wil. “Elke donderdag gaan de voedselpakketten naar de mensen. Wij moeten er al eerder in de week voor zorgen dat er voldoende voorraad naar deze kant verhuist. Daarbij komt dat we het inpakken normaal met negen mensen doen, maar door corona mag dat nog maar met vijf mensen. Alleen dan kunnen we voldoende afstand houden.” Meer werk voor minder mensen dus. “Mijn man Leen en ik beginnen tegenwoordig al eerder in de week.”


Ook om een andere reden zorgt corona voor meer werk. “Voorheen kwamen veel klanten hun pakket hier zelf ophalen. Dat kan niet meer, dan zou het te druk worden. Daarom moet het voedsel bij meer mensen thuisbezorgd worden. Het organiseren van die bezorging was veel werk. Ik heb de diaconieën van de kerken gebeld."

Overigens werd eerder ook een groot deel van de pakketten al bezorgd. "Dat was al zo omdat veel klanten te ver van de loods wonen. Alle vrijwilligers die al voor ons reden, hebben er nu extra adressen bij genomen.” Leen vult aan: “We hebben een grote regio; we zitten in de helft van de voormalige gemeente Zederik, in heel Giessenlanden en in een deel van de voormalige gemeente Molenwaard.”


Wekelijks maken de vrijwilligers momenteel 85 pakketten. “Vijf klanten komen het halen, omdat zij niet op de route wonen.” In december verwacht Wil opnieuw een aanwas. “Dat is altijd zo in de laatste maand van het jaar. Ik denk dat dan overal de potjes leeg zijn.”


'Contact is over'

Leen en Wil missen de gesprekken met ‘hun’ klanten, nu bijna alles wordt thuisbezorgd. “Het contact is over, dat is raar”, zegt Wil. “Er zijn er een paar die ons af en toe bellen. Ik kijk uit naar de dag waarop de mensen hun pakketten weer komen halen. Voor die mensen is het iedere week weer een kerstpakket, daar doe je het voor. De laatste tijd hebben we heel goede verspakketten, met vier of vijf soorten groenten en twee soorten fruit. We hoeven niet vaak de publiciteit te zoeken. Als we iets nodig hebben bel ik de kerken en een aantal particulieren. Er staan heel veel mensen achter ons.”


Voor meer informatie, ook voor sponsoren: voedselbankgiessenlanden-zederik.nl.


Anne Marie Hoekstra